Democratische stad
In Mechelen leven we vandaag met ruim 89.000 mensen samen. De stad blijft groeien. Het stadsbestuur droomt van een stad met 120.000 inwoners. Hoe Mechelen er in de toekomst uit zal zien, is niet alleen de zaak van burgemeester en schepenen, maar van ons allemaal. De tijd dat participatie en inspraak beperkt waren tot bolletjes kleuren in het stemhokje, is definitief voorbij. Hoe meer Mechelaars bij het beleid van onze stad betrokken worden, hoe groter de collectieve kennis, ervaring, capaciteit en draagkracht. Inspraak en participatie verbeteren het samenleven. Ze zijn essentieel, want iedereen moet meetellen. Mensen uit alle lagen van de bevolking - ook wie in de samenleving doorgaans onzichtbaar blijft - moeten opgezocht, geïnformeerd en betrokken worden.
Meer achtergrondinformatie
Van alle hoofdstukken in het bestuursakkoord voor de periode 2019-2024 is het hoofdstuk over inspraak en participatie misschien wel het meest dode letter gebleven. “We willen Mechelen de komende jaren verder uitbouwen tot het participatielabo van Vlaanderen”, lezen we in het akkoord (p.76). Helaas wordt die ambitie gevolgd door een waslijst aan plannen die niet gerealiseerd werden. Het bestuur zou maandelijks huiskamergesprekken organiseren rond concrete thema’s, elk half jaar zou een van de twaalf wijken en dorpen tot centrum van de stad gemaakt worden, er zou gezocht worden naar modellen van deliberatieve democratie, de stad zou opgedeeld worden in 88 buurten met buurtcomités die sterk betrokken zouden worden bij het beleid, de werking van de gemeenteraad zou versterkt worden, burgers zouden “uitdaagrecht” krijgen om zo alternatieven voor te stellen en die zelf in handen te nemen, … Niets van dat alles.
In De Morgen van 8 augustus 2022 zegt Sofie Mariën, hoofddocent Vergelijkende Politieke Wetenschappen aan de KU Leuven: “Een burgerbevraging, participatietraject of burgerpanel organiseren, verhoogt niet automatisch de betrouwbaarheid van de politiek. Integendeel, wanneer deze processen losstaan van de eigenlijke besluitvorming is de impact eerder negatief. Al te vaak wordt participatie georganiseerd zonder reële impact...Vandaag leeft echter bij politici vaak het idee dat de organisatie van inspraakprocessen voldoende is om vertrouwen te creëren. Dit is fout. Participatieprocessen die zonder gevolg blijven, zullen geen vertrouwen creëren.”
Het legt meteen de vinger op de pijnlijke Mechelse wonde. In plaats van een participatielabo te worden, werd Mechelen een stad met een bestuur dat bang is voor de eigen burgers, hun mening vakkundig uit de weg gaat en zich specialiseert in allerlei vormen van schijnparticipatie.
Zoals Sofie Mariën zegt, is vertrouwen creëren een belangrijke doelstelling bij participatie en inspraak. Dat vertrouwen kan er alleen komen wanneer burgers concreet kunnen zien dat ze ernstig worden genomen, dat hun inbreng daadwerkelijk van betekenis is, en dat ze die ook vertaald zien in het beleid.
Wat wij willen
Een. Geen nieuwe projecten zonder echte inspraak
- Bij grote en ingrijpende projecten worden de Mechelaars van bij het begin meegenomen in ernstige inspraaktrajecten.
- Inspraak en participatie kunnen niet zonder informatie en overleg. Overleg vraagt openheid en soepelheid van het beleid en van de administratie.
- Buurt- en informatievergaderingen zijn niet bedoeld om genomen beslissingen mee te delen, maar om daadwerkelijk te overleggen.
- Met de technologische middelen van vandaag kan de stad via online platformen gemakkelijk en objectief allerlei bevragingen, peilingen en stemmingen organiseren.
- De stad heeft openbare ontmoetingsruimtes nodig, gericht op informatie, uitwisseling, inspraak en participatie. Dat kunnen vaste ontmoetingsruimtes zijn of pop-ups in functie van bepaalde projecten.
- Bij openbare onderzoeken zorgt de stad voor actieve communicatie.
- Het Mechels burgerpanel wordt tot een volwaardig deliberatief project gemaakt.
Meer achtergrondinformatie
De Maneblussers willen inspraak. Dat is logisch en goed. Burgers weten gewoonlijk het best wat hun behoeften zijn en kunnen oplossingen of middelen aandragen om ze in te vullen. Dat kan effectief verschil maken.
Filip De Rynck, emeritus hoogleraar bestuurskunde, zegt: “Welke partij ook aan de macht komt, ze zal anders moeten werken, of ze dat nu wil of niet. De huidige onvrede is net een teken van democratische vitaliteit...De simpele verwijzing naar de verkiezingen geeft de politici niet langer voldoende legitimiteit. Wie daar niet mee om kan, redt het niet als politicus...Dat kan ook niet anders: de burgers en het middenveld worden steeds deskundiger en geschoolder en ze hebben meer ervaring. Daar kan geen enkele politicus naast kijken.” (DS 25 oktober 2019)
Het vraagt moed van een lokaal bestuur om dit te aanvaarden en af te stappen van de klassieke verhouding tussen de politiek en burgers. Want, zo zegt Filip De Rynck, “dat wringt en schuurt en lijkt misschien chaotischer, moeilijker en onvoorspelbaarder, maar misschien is dat net een teken van een betere democratie.” In Mechelen ontbreekt het aan die moed.
Ongetwijfeld heeft het stadsbestuur zijn geloofwaardigheid inzake inspraak en participatie nergens zo erg verspeeld dan in het dossier van de Nieuwe Vesten. De plannen voor een heraanleg van de Vesten werden in 2015 al ingeschreven in het Mechels Mobiliteitsplan. Begin 2022 werd de heraanleg plots met veel toeters en bellen aangekondigd, gepaard met een dure marketingcampagne, en in allerijl in een voorlopige versie doorgevoerd. Tussen 2015 en 2022 werd niets gedaan om voor dit belangrijke en ingrijpende project een breed draagvlak te creëren. Zeven jaar lang geen enkel initiatief om de Mechelaars hierbij te betrekken. Pas wanneer alles in kannen en kruiken was, mochten ze nog meedenken over wat tijdelijke invullingen van vrijgekomen ruimte. Een publiek debat over mobiliteit in de stad, over een nieuwe invulling van de Vesten, … dat werd en wordt zorgvuldig uit de weg gegaan. Resultaat is dat de stad hopeloos verdeeld is in voor- en tegenstanders van het project.
Het illustreert perfect hoe in Mechelen inspraak onderdeel is geworden van marketing. De zogeheten participatie- en inspraakinitiatieven zijn vooral gelegenheden voor het bestuur om zichzelf op de borst te kloppen: “Kijk eens hoe goed wij zijn.” Tegenspraak en discussie worden zoveel mogelijk gemeden, waardoor aan de essentie van inspraak en participatie voorbij wordt gegaan. Nogmaals De Rynck: “Sommige mensen romantiseren de politiek te veel. Alsof onenigheid gelijkstaat met slecht werkende participatie. Soms is het beter dat er even geen consensus gevonden wordt. Participatie moet conflictueus zijn. Het kan een goede zaak zijn om infrastructuurwerken bijvoorbeeld nog wat uit te stellen, of helemaal geen beslissing te nemen. De politiek wordt onbeheersbaarder en net daardoor democratischer.”
Het is duidelijk dat het zo niet verder kan. Nieuwe projecten moeten samengaan met ernstige inspraak- en participatietrajecten. Dat vraagt veel meer tijd en extra inspanningen, maar alleen op die manier kan gezorgd worden voor een echt draagvlak.
De technische mogelijkheden om iedereen te raadplegen en te betrekken zijn vandaag eindeloos veel groter dan vroeger. Met de sociale media en de smartphone volstaat een druk op een knop om je mening te geven. Open source publieke stadsplatformen maken interactie mogelijk. Ze horen in handen van de gemeenschap thuis, niet in handen van een of ander privaat bedrijf dat vroeg of laat informatie kan achterhouden of alleen tegen betaling vrijgeven.
Digitale platformen bereiken niet iedereen. Daarom zijn ook openbare ontmoetingsruimtes nodig. Ontmoetingsruimtes waar je niets hoeft te consumeren, maar wel van alles aangeboden krijgt: boeken, kranten, internet, televisie, kleine optredens, debatten, administratieve diensten, ... Waar je kennis kan uitwisselen en inspraak en participatie kan organiseren. Zulke ontmoetingsruimtes organiseren we het best per wijk, mogelijk met een aanvullend buddysysteem dat mensen actief opzoekt en uitnodigt om naar de plaatselijke ontmoetingsruimte te komen. Zo betrekken we ook de vele mensen die vandaag al te veel op zichzelf zijn aangewezen en vereenzaamd zijn.
Bij inspraak rond specifieke projecten moet het proces zo veel mogelijk begeleid worden door onafhankelijke externe deskundigen. In functie van de agenda kunnen bevoegde ambtenaren en externe deskundigen uitgenodigd worden om hun visie weer te geven. Het stadsbestuur geeft gemotiveerde feedback over de beslissingen die het uiteindelijk neemt naar aanleiding van de aanbevelingen.
Over lopende openbare onderzoeken zorgt de stad voor actieve communicatie, bijvoorbeeld door aankondiging via de website, nieuwsbrieven, Nieuwe Maan, ... . Bij openbare onderzoeken over projecten die een grote impact hebben, neemt het stadsbestuur het initiatief om informatievergaderingen te beleggen waarop de initiatiefnemer het project kan toelichten en vragen kan beantwoorden. Zo’n informatievergaderingen worden niet beperkt tot die situaties waarin dit wettelijk verplicht is. Het tijdstip van de vergadering is zodanig gekozen dat er nadien nog voldoende tijd is om bezwaar in te dienen. Een inspraak-ambtenaar staat ter beschikking om minder mondige burgers bij te staan om hun bezwaar te formuleren.
Naast participatieve trajecten moet er ook ruimte zijn voor deliberatieve processen. In een deliberatief proces zijn politieke beslissingen niet het gevolg van machtspolitiek, maar van een intens proces van overleg met argumenten en tegenargumenten. Zo komen alle belanghebbenden tot een politieke consensus waar iedereen zich in kan vinden.
In 2021 organiseerde de stad een eerste deliberatief initiatief: het Mechels burgerpanel. Helaas kon het lang niet overtuigen.
Door loting werden 50 Mechelaars geselecteerd en uitgenodigd om hieraan deel te nemen. Van die 50 uitgelote mensen namen er uiteindelijk 27 effectief deel aan het panel.
Dat het initiatief weinig kans op slagen zou hebben, werd al duidelijk op de Commissie Algemene Zaken waar de krijtlijnen van het initiatief werden besproken. Titelvoerend Eerste Schepen Kristof Calvo (Stadslijst) stelde daar klaar en duidelijk: “We moeten die mensen wel van bij het begin duidelijk maken dat wij beslissen, niet zij.” Zo werd van meet af aan duidelijk gemaakt dat de aanbevelingen van het panel geen enkel bindend karakter zouden hebben.
Vervolgens werd door het bestuur een bijzonder “veilig” thema bepaald: “Op welke manier kan Mechelen zowel een bruisende stad zijn alsook een stad waar plaats is voor stilte en rust”. Het panel kwam welgeteld drie halve dagen samen, om vervolgens 84 aanbevelingen te formuleren, die toevallig zowat allemaal in de lijn van het reeds gevoerde beleid lagen. De aanbevelingen zouden ook voorgelegd worden aan de gemeenteraad, wat nooit gebeurd is. Het burgerpanel was weinig meer dan een middel om het eigen beleid te promoten.
Twee. Informatie over het reilen en zeilen van de stad voor iedereen toegankelijk maken
- Inspraak en participatie beginnen met informatie. De toegang tot informatie over het reilen en zeilen van de stad moet voor alle inwoners gegarandeerd worden.
- Open source online platformen van de stad kunnen alle info groeperen. Deze platformen moeten in handen van de gemeenschap zijn en blijven.
- We voorzien gratis wifi in de hele stad. Er moeten openbare plaatsen zijn waar je gratis en onbeperkt online kan gaan.
- Een deur-aan-deur infoblad en specifieke informatiedragers zijn nodig om alle inwoners van Mechelen, jong en oud, Maneblusser en nieuwkomer, te bereiken.
- Het stadsmagazine De Nieuwe Maan mag geen reclamefolder voor het bestuur zijn, maar moet Mechelaars objectief informeren.
- Subsidies voor lokale journalistiek moeten overwogen worden.
Meer achtergrondinformatie
Inspraak en participatie beginnen met communicatie en informatie bestemd voor alle inwoners van de stad. Zonder dat kan je onmogelijk iedereen betrekken.
Voor alle inwoners moet er de garantie zijn dat ze toegang hebben tot de info over het reilen en zeilen van de stad. Open source online platformen – waar iedereen samen aan kan werken onder supervisie van de stad – kunnen die info groeperen. Ze moeten in handen van de gemeenschap zijn en blijven. Wij willen gratis wifi bieden in de hele stad. Wij dringen aan op openbare plaatsen waar je gratis en onbeperkt online kan gaan.
Drie. Een sterk middenveld
- Een stad op mensenmaat bouwen we op van onderuit, met alle inwoners, met mensen die zich inzetten, samenwerken, participeren en als het moet ook actie voeren.
- De stedelijke overheid moet het middenveld ondersteunen. Een sterk ontwikkeld middenveld doet de democratie opleven. Wij pleiten in dat verband voor het versterken van de thematische adviesraden en voor een goede organisatie van de algemene bewonersvergaderingen.
- We ontwikkelen opnieuw sterke wijkraden en buurtcomités.
- Adviesraden krijgen de nodige ondersteuning om hun werking opener te maken en een bredere betrokkenheid te realiseren.
- Het middenveld moet alle ruimte en vrijheid krijgen om opnieuw een politiserende rol te spelen.
- De stad ontwikkelt een stedelijk labo voor burgerinitiatieven en creëert ruimte voor lokale commons.
- Participatieve initiatieven mogen niet leiden tot nieuwe vormen van uitsluiting. De stad moet er uitdrukkelijk over waken dat niet alleen mensen uit de makkelijkst te mobiliseren bevolkingsgroepen aan deze initiatieven deelnemen.
- Het recht van burgers om publiekelijk actie te voeren, mag op geen enkele manier ingeperkt worden.
- Actiegroepen worden ernstig genomen, er wordt op een constructieve manier met hen overlegd.
Meer achtergrondinformatie
Een stad op mensenmaat kan maar gerealiseerd worden door druk van onderuit. Als mensen zich inzetten, samenwerken en zo nodig ook actie voeren: in de wijken, op de werkvloer, bij het stadspersoneel, … Een sterk middenveld is belangrijk voor deze democratie-van-onderuit, omdat het allerlei groepen betrekt, mensen versterkt en kennis samenbrengt.
Bewoners weten vaak heel goed welke oplossingen voor een specifiek probleem al dan niet werken. Een brede en diepe democratie kan niet zonder een goed ontwikkeld middenveld. Van actiegroepen tot vakbonden, van vrouwenorganisaties tot natuurverenigingen en wijkcomités: zij zijn een essentiële schakel in het democratische proces. Ze vormen de buik van de samenleving waar het debat wordt georganiseerd en mensen samenkomen. Ze kunnen mee de agenda bepalen en meningen helpen vormen. In dat verband pleiten wij voor het versterken van de thematische adviesraden (jeugd, cultuur, ouderen, ontwikkelingssamenwerking, sport, wijkraden, ...).
De stedelijke adviesraden (senioren, cultuur, jongeren, sport, armoede, …) waren lange tijd zowat de enige participatieve structuren. Dat is vandaag al lang niet meer zo. Hun rol dient geactualiseerd te worden. De adviesraden hebben meer aandacht en middelen nodig om op een eigentijdse manier te kunnen wegen op het beleid. Er moet zeker ook gewerkt worden aan de representativiteit van de raden. Ze moeten veel meer een afspiegeling zijn van de samenleving. Jonge mensen, mensen uit minderheden en kwetsbare groepen moeten beter betrokken worden.
De adviesraden hebben in de eerste plaats de rol om het bestuur te adviseren over het te voeren beleid binnen hun thema. Het secretariaat wordt waargenomen door een ambtenaar van de bevoegde stadsdienst. De bevoegde schepen woont de vergaderingen bij maar heeft geen stemrecht. In functie van de agenda kan de adviesraad bevoegde ambtenaren en externe deskundigen uitnodigen om hun visie weer te geven.
Het stadsbestuur kan binnen af te spreken grenzen bepaalde beslissingsbevoegdheden delegeren naar de adviesraad (bijvoorbeeld rond de verdeling van de subsidies binnen de goedgekeurde kredieten). Bij het begin van de bestuursperiode maakt het stadsbestuur afspraken met elke adviesraad over de aspecten waarin de raad beslissingen kan nemen.
Wijk- en dorpsraden werden in 2000 in Mechelen opgedoekt. Ze zouden “niet meer van deze tijd” zijn. Niets is minder waar. Als mensen zich op het niveau van hun wijk of dorpen zich organiseren, kunnen ze heel wat uitdagingen en problemen in kaart brengen en een sterke schakel vormen tussen de wijk, het dorp en het bestuur. We pleiten er dan ook voor om de wijk- en dorpsraden opnieuw te ontwikkelen.
Het middenveld is een breed begrip. Het omvat zowel de professionele organisaties die werken rond specifieke maatschappelijke uitdagingen als de brede waaier aan verenigingen. Vroeger was dat hele middenveld sterk gepolitiseerd. Het oefende een sterke invloed uit op het beleid. Vandaag is die invloed sterk afgenomen. Professionele organisaties worden vaak ingeschakeld om het beleid mee uit te voeren in plaats van een kritische rol te spelen. Verenigingen houden zich ook meer en meer afzijdig van “de politiek”. Dat is wat hen ook door “de politiek” wordt ingefluisterd. “Aan politiek doen” wordt beschouwd als polariserend en niet constructief.
Die tendens moet dringend omgekeerd worden. Het hele middenveld, van de professionele organisaties tot de lokale kaartclub, moet aangemoedigd worden om opnieuw een politiserende rol te spelen. Een moedig stadsbestuur stimuleert het middenveld om die rol op te nemen, vraagt om door dat middenveld uitgedaagd te worden.
We pleiten ook voor een goede organisatie van de algemene bewonersvergaderingen per wijk en deelgemeente. Het stadsbestuur zorgt ervoor dat er op de vergaderingen voldoende ruimte is om de aanwezigen aan het woord te laten en dat ook de oppositie inbreng kan hebben. Er wordt strikt over gewaakt de agenda niet te overladen. Het is beter meerdere vergaderingen (2 à 3) per jaar te organiseren met een beperkte agenda in plaats van één vergadering met een overladen agenda.
De Mechelaars zijn mondige burgers met tal van zinvolle ideeën, die ze vaak ook zelf in handen willen nemen. Ze moeten daarin door het bestuur gesteund worden. Er kan een stedelijk labo komen waarbinnen burgerinitiatieven uitgewerkt worden en concreet vorm krijgen. Binnen dit labo kan ook onderzoek gedaan worden naar het ontwikkelen van lokale commons.
Inspraak en participatie zijn in de relatie tussen een bestuur en de bevolking onontbeerlijk. Maar ze stellen ons ook voor uitdagingen. Vandaag is het nog altijd zo dat voornamelijk mensen uit de middenklasse actief deelnemen aan processen van inspraak en participatie. Daar moet aan gewerkt worden. Anders leiden deze processen tot nieuwe vormen van uitsluiting en ongelijkheid.
Vier. Openbaarheid van bestuur en de gemeenteraad als democratisch orgaan
- Er moet volledige openbaarheid van bestuur komen.
- De begroting van de stad wordt op een eenvoudige en overzichtelijke manier online gezet, naar het voorbeeld van www.jegemeentetelt.be.
- De rol van de gemeenteraad moet geherwaardeerd worden.
- De gemeenteraad moet openstaan voor vragen en adviezen uit andere raden. Die moeten daar ook toe uitgenodigd worden.
- De procedure voor burgers om voorstellen en vragen op de agenda van de gemeenteraad te zetten, werd op vraag van de PVDA een stuk eenvoudiger gemaakt. Maar het kan nog beter. Mechelaars moeten over deze mogelijkheid goed geïnformeerd worden.
- Het stadhuis wordt omgevormd tot een burgerhuis.
- Op de gemeenteraad worden eerst de agendapunten afgehandeld die voor burgers het grootste belang hebben, zodat het bijwonen van de raadszittingen aantrekkelijker wordt.
Meer achtergrondinformatie
“Samen, collega’s. Samen”, riep Kristof Calvo uit op de gemeenteraad van januari 2019, bij de bespreking van het bestuursakkoord. “Wij willen samenwerken met de oppositie.” Het klonk allemaal erg nobel, maar in de jaren die volgden, kwam daar bijzonder weinig van in huis. Voorstellen van de oppositie worden systematisch weggewuifd, raadsleden van de oppositie worden voortdurend weggezet als negatief, niet-constructief, … Van respect of bereidheid tot samenwerken is weinig te merken. Het bestuur waant zich onaantastbaar, is schaamteloos arrogant en zelfingenomen en laat geen gelegenheid voorbij gaan om zichzelf te bejubelen en te bewieroken.
De gemeenteraad hoort een democratisch orgaan te zijn. Maar de beslissingsmacht is vooral bij het schepencollege en de burgemeester komen te liggen. De rol van de raadsleden is in de praktijk erg ingeperkt. Johan Ackaert, politicoloog aan de Universiteit Hasselt, zegt daarover: “Sommige steden en gemeenten evolueren naar een presidentieel regime met een sterke uitvoerende macht, waar gemeenteraadsleden louter nog een controlefunctie bekleden.” De marginalisering van de raad is alleen erger geworden. Burgers weten vaak sneller wat er gebeurt dan gemeenteraadsleden. Raadsleden moeten alles in de krant lezen. Het stadsbestuur stuurt beslissingen van de gemeenteraad al naar de pers voor de raad heeft plaatsgevonden. De democratische rol van de raad moet opnieuw versterkt worden.
In de voorbije bestuursperiode kreeg de rol van de 9 gemeenteraadscommissies een andere invulling. Zo werd het althans aangekondigd. Het zouden plekken worden waar grondig gedebatteerd zou kunnen worden, diepgaander dan op de gemeenteraad. In de praktijk werden de commissies vooral de plek waar het bestuur het eigen beleid in de kijker zet en waar kritische vragen meteen geblokkeerd worden.
Ook voor andere stemmen buiten de gemeenteraad is er weinig respect. Actiegroepen worden steevast bestempeld als polariserend, zonder betekenis, ruziemakers, … Wanneer ze actievoeren op de gemeenteraad, wordt dat als ongepast en respectloos benoemd. “Wij hebben toch een mandaat”, klinkt het dan.
Alle mooie woorden ten spijt, blijft het stadsbestuur uitgaan van het principe dat het aan de verkozen bestuurders is om alles te beslissen.
De gemeenteraad is niet het exclusieve speelveld van de verkozenen. De gemeenteraad is de raad van alle inwoners. De gemeenteraad moet daarom laagdrempelig zijn, burgers moeten aangemoedigd worden om de raad bij te wonen en er actief aan deel te nemen.
In 2019 stelde de PVDA voor om de procedure voor burgers om zelf een punt op de agenda van de raad te zetten, te vereenvoudigen. Het stadsbestuur ging daar op in en verlaagde het aantal benodigde handtekeningen van ongeveer 800 naar 280. Tijdens deze bestuursperiode maakten voor het eerst in de geschiedenis van de Mechelse gemeenteraad burgers gebruik van hun recht om een punt op de agenda te zetten en dat zelf tijdens de raad te verdedigen. Dat is een goede zaak.
Maar het gebeurt nog te weinig. Daarom willen we de procedure nog eenvoudiger maken, naar het voorbeeld van het Brussels Gewest. Daar zijn slechts 20 handtekeningen nodig. De vrees dat dit zou leiden tot een overvloed aan zinloze vragen, blijkt ongegrond. In de stad Brussel werden van 2019 tot 2022 slechts 16 vragen van burgers ingediend.
De gemeenteraad is zonder meer het slechtst bijgewoonde maandelijkse evenement van Mechelen. Dat zegt veel over hoezeer Mechelaars zich door die raad vertegenwoordigd voelen. Er moet gewerkt worden aan de betrokkenheid van de Mechelaars bij hun gemeenteraad. Dat kan bijvoorbeeld door eerst de agendapunten te behandelen die voor de Mechelaars het meest relevant zijn (doorgaans punten en vragen die door de oppositie werden toegevoegd). Zo moeten geïnteresseerde burgers geen uren wachten vooraleer die punten aan bod komen.
Het stadsbestuur heeft plannen om het stadhuis grotendeels uit te besteden aan private ondernemers. Dat is wat ons betreft een volstrekt foute keuze. Het stadhuis moet een publieke plaats blijven met publieke invullingen. Restaurants, hotels en dergelijke horen er niet thuis. In plaats van het stadhuis grotendeels te privatiseren, kan het beter omgevormd worden tot een burgerhuis. Een plek waar iedereen terecht kan voor laagdrempelige dienstverlening, waar gemeenschapsvormende en sociale initiatieven een plek hebben, ...