Gezonde stad
Gezondheid is een kostbaar goed. De coronapandemie heeft ons heel duidelijk gemaakt hoe belangrijk een sterke gezondheidszorg wel niet is. Tegelijk heeft die pandemie ook laten zien hoezeer onze gezondheidszorg onder druk staat. Investeren in onze gezondheidszorg is een must.Iedereen die ziek wordt, wil kunnen vertrouwen op een goede gezondheidszorg. We moeten de ambitie hebben om niet alleen zieken te genezen en te verzorgen, maar om iedereen zo gezond mogelijk te houden. Daarom moet een preventieve, toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg altijd en overal prioriteit zijn. De PVDA wil een sociale gezondheidszorg, met de eerste lijn als basis. Het is daar dat we gezondheidsproblemen het vroegst en het meest efficiënt kunnen aanpakken.
Wat wij willen
Een. Voorkomen is beter dan genezen
- We ontwikkelen een Mechels preventiehuis.
- Bij de ontwikkeling van buurten en nieuwe stadswijken zijn gezondheidsvoorzieningen altijd een prioriteit.
- We zetten in op preventief en sensibiliserend werk rond ongezonde en verslavende producten.
- We promoten gezonde voeding en voldoende beweging. Scholen bieden gratis gezonde maaltijden en fruit aan.
- Sociaal beleid rond wonen, leefomgeving, sport, onderwijs, mobiliteit, gelijkheid, … is essentieel voor een preventief gezondheidsbeleid.
Meer achtergrondinformatie
Het is een oud gezegde: voorkomen is beter dan genezen. Niemand zal het tegendeel beweren. En toch is het uitgerekend onze gezondheidszorg waarin deze aloude wijsheid veel te weinig wordt toegepast. Onze zorg is nog veel te veel gericht op genezen en veel te weinig op preventie.
In Mechelen willen we een lokaal preventiehuis ontwikkelen, met preventieteams die op het terrein aan de slag kunnen gaan. Die bestaan uit zorgverleners die de omgeving kennen als hun broekzak: ze kennen de bewoners, hebben contacten met de school en sportclub en weten wat de uitdagingen zijn. In Borgerhout, waar de PVDA mee bestuurt, toonde een eerste experiment de grote meerwaarde aan die zo’n lokaal preventiehuis kan betekenen. De Gezondheidskiosk opent er drie dagen per week de deuren en brengt informatie en advies rond gezondheid dicht bij de mensen.
Belangrijk is dat de preventiewerkers hun buurt of gemeente kennen. Zo hebben ze oog voor de noden van de persoon, het gezin, de woning maar ook voor de wijk, bijvoorbeeld onveilige oversteekplaatsen, milieuverontreiniging, enz. Ze gaan specifiek op zoek naar kwetsbare groepen en hun noden en werken ook nauw samen met de rest van de eerste lijn.
Bij gezondheidsproblemen wordt al te vaak met een beschuldigende vinger naar het individu gewezen. Bewegen mensen wel genoeg, eten ze wel gezond? Dit is allemaal weinig efficiënt. Eten, drinken, roken en bewegen zijn niet zomaar individuele keuzes. Achter de grote gezondheidsproblemen van overgewicht en rookverslaving schuilt een industrie, met massa’s reclame voor ongezonde voeding, een invloedrijke tabakslobby, en een economisch systeem dat mensen in een ratrace duwt.
Liever dan mensen te beschuldigen van een onverantwoorde levensstijl, willen we mensen goed informeren en sensibiliseren rond gezondheidsrisico’s. Jongeren zijn daarbij een prioriteit. Sensibiliserende campagnes mogen nooit beperkt blijven tot individuele verantwoordelijkheid, maar moeten ook informeren over de verantwoordelijkheid van producenten, marketing en reclame.
Gezondheid wordt voor het grootste deel bepaald door de omstandigheden waarin mensen geboren worden, opgroeien, werken en ouder worden. Allemaal factoren die buiten de gezondheidssector liggen. Dat zijn wat we noemen de “sociale determinanten van gezondheid”. Volgens Canadese onderzoekers wordt onze gezondheid maar liefst voor de helft bepaald door sociale en economische factoren. Die sociale determinanten van gezondheid worden bepaald door politieke en economische beslissingen.
Gezondheid verbeteren en preventiever maken, is dus vooral ook een kwestie van sociale rechtvaardigheid. Het lokaal gezondheidsbeleid moet dan ook sterk inzetten op sociaal en betaalbaar wonen, sport, een gezonde leefomgeving, kinderopvang, onderwijs, mobiliteit, gelijkheid, de strijd tegen armoede, ... Het zijn allemaal factoren die een belangrijke rol spelen voor onze fysieke en mentale gezondheid. In een sociale gezondheidszorg zijn ze allemaal met elkaar verbonden en krijgen ze de nodige aandacht:
– Het creëren van goed bereikbare gezondheids- en zorgfaciliteiten, evenals het implementeren van toegankelijk openbaar vervoer, kan de mobiliteit verbeteren en de toegang tot zorg vergroten. Mobiliteit is niet alleen fysiek, maar ook sociaal. Mensen die beperkt zijn in hun mobiliteit lopen het risico op sociaal isolement en eenzaamheid.
– We vragen blijvende aandacht en dialoog voor uitzonderingen voor zorg- en hulpverleners, in de nieuwe mobiliteitssituatie rond de Vesten (inclusief mantelzorgers en vrijwilligers). We vragen een brede benadering die de leefbaarheid en betaalbaarheid van initiatieven zoals de Minder Mobiele Centrale of rolwagenvervoer niet uit het oog verliest.
– Discriminatie is er nog op heel veel vlakken in onze maatschappij. En dat heeft een grote impact op de fysieke en mentale gezondheid. Uit wetenschappelijke studies blijkt dat discriminatie op grond van nationaliteit, afkomst of huidskleur oorzaak is van depressies, angst en psychologische stress. Het gaat gepaard met hogere risico’s op hoge bloeddruk en zwaarlijvigheid, hart- en vaatziekten, tot en met borstkanker en vroegtijdige mortaliteit. Slachtoffers van racisme riskeren zich ook het negatieve gevoel van onderdrukking en minderwaardig eigen te maken. Ze worden sneller doorverwezen naar het beroeps- of bijzonder onderwijs, ze worden vaker uitgesloten op de private huurmarkt of de arbeidsmarkt en hebben dus veel moeilijker toegang tot een kwaliteitsvolle en degelijke baan of woning die de gezondheid niet in gevaar brengt.
– In de gezondheidszorg zien we bijna dagelijks vrouwen die het slachtoffer zijn van seksisme, seksueel geweld, grensoverschrijdend gedrag, intrafamiliaal geweld en talloze andere vormen van ongelijkheid en discriminatie. Een op drie vrouwen wereldwijd krijgt in haar leven te maken met seksueel geweld.
– “Ouderen zijn de toekomst, niet het verleden.” Op een dag worden we allemaal oud, zo gaat het leven. We hebben recht op rust en zorg aan het einde van een actief leven van bijdragen aan de gemeenschap. In de neoliberale visie schildert men ouderen, net zoals mensen met een beperking of langdurig zieken, af als “niet-actieven”, onproductieve elementen die ons geld kosten. De druk om ouderenzorg te privatiseren om er geld uit te slaan is enorm. Aan die druk mag in Mechelen niet worden toegeven.
– Eenzame ouderen hebben meer risico op dementie en op dodelijke hart- en vaatziektes. Een actief beleid om vereenzaming tegen te gaan, is daarom nodig.
– De ouderenraad garandeert inspraak in hoe zorg én gezondheidspromotie voor ouderen het best lokaal georganiseerd worden. Hun perspectief telt mee bij de inrichting van publieke ruimte en publieke woningbouw. Met voldoende middelen voor thuiszorg op maat, met integratie van sociale diensten, medische opvolging door de eerstelijnswerkers van het wijkgezondheidscentrum en publieke woonzorgcentra zorgen we voor het welzijn van elke oudere.
– Mensen met een beperking hebben recht op ondersteuning en assistentie. Het is belangrijk dat zij over de grootst mogelijke zelfstandigheid kunnen beschikken en betrokken zijn bij de beslissingen die hen aangaan.
– Ieder kind, iedere jongere, moet zich kunnen ontplooien. Daarom is goede jeugdzorg een basisrecht. Voor jeugdzorg moeten voldoende middelen geïnvesteerd worden in omkadering, zorg en zorgwerkers, in studie en uitwisseling van expertise en ervaring.
– Mantelzorgers moeten goed ondersteund worden en proactief gewezen op hun rechten.
Twee. Zonder geld naar huisarts, tandarts en kinesist
- We ontwikkelen meer wijkgezondheidscentra, naar het voorbeeld van de groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk. Ze werken met een forfaitair systeem, waardoor patiënten er gratis terecht kunnen voor uiteenlopende behandelingen.
Meer achtergrondinformatie
Te veel mensen stellen noodzakelijke gezondheidszorg uit omwille van financiële redenen. Een consultatie bij de huisarts, een behandeling bij de tandarts, een reeks sessies bij de kinesist...het kost allemaal snel handenvol geld. Dat hoeft niet zo te zijn. Het kan anders.
Al 50 jaar kunnen 25.000 patiënten terecht bij de elf groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk zonder geld te moeten meebrengen. Deze groepspraktijken werden opgericht op initiatief van artsen van de PVDA met een duidelijke visie: patiënten moeten kosteloos zorg krijgen, omdat gezondheid een recht is.
De groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk worden forfaitair gefinancierd. Dat betekent dat ze van de mutualiteiten een vast bedrag krijgen per ingeschreven patiënt en dus niet per consultatie. De patiënt moet zelf geen geld meer meebrengen naar de consultatie. Geneeskunde voor het Volk is niet het enige initiatief dat op die manier werkt. In heel het land bestaan forfaitaire wijkgezondheidscentra. Ook Mechelen heeft zo’n wijkgezondheidscentrum, Wel en Wee. In deze centra werken artsen, verpleegkundigen, sociaal werkers en andere zorgverleners samen. Ze scoren beter voor preventie en doorverwijzing naar een specialist.
Daarom bouwen we een sterke eerstelijns gezondheidszorg best uit naar het model van de wijkgezondheidscentra. Het is perfect mogelijk om in elke wijk zo’n centrum op te richten, een sociale groepspraktijk met huisartsen, verpleegkundigen, psychologen, kinesisten, een tandarts, een sociaal assistent, ... Op die manier komen we tot een laagdrempelige en generalistische aanpak.
De wijkgezondheidscentra worden hét aanspreekpunt waar iedereen terecht kan met vragen en problemen. De verbondenheid met de wijk zorgt er ook voor dat je snel de brug kan slaan tussen individuele problemen van patiënten en een collectief gezondheidsprobleem.
Er is in onze regio een tekort aan huisartsen en tandartsen. Meerdere praktijken hebben een patiëntenstop. Ook hier kunnen de multidisciplinaire groepspraktijken voor een stuk een oplossing bieden.
Drie. Meer aandacht voor geestelijke gezondheid
- We zetten in op een sterke eerstelijnspsychologie.
- We geven de geestelijke gezondheidszorg een plek dicht bij de mensen: scholen, jeugdwerk, dienstencentra, …
- We versterken het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG).
Meer achtergrondinformatie
Je gezond voelen is ook goed in je vel zitten. Psychologische moeilijkheden komen steeds vaker voor. Stress, uitputting, onzekerheid, eenzaamheid… Onze samenleving sukkelt van crisis naar crisis en van de mensen wordt steeds meer flexibiliteit verwacht. Maar wanneer mensen zich niet goed voelen, worden ze al te vaak op zichzelf teruggeworpen.
Hulp zoeken wordt positief aangemoedigd, maar wie eindelijk de stap naar de hulpverlening durft te zetten, stoot op wachtlijsten. Zowel voor een afspraak bij de psycholoog als voor een ingrijpende opname bij de psychiater moeten patiënten tergend lang wachten. Het gevolg is dat de problemen ernstiger en complexer worden.
Het is duidelijk dat we nood hebben aan een doeltreffende aanpak om psychische problemen aan te pakken en te voorkomen. Mensen moeten snel de weg kunnen vinden naar gepaste psychologische zorg en ondersteuning.
We moeten inzetten op een brede eerstelijnspsychologie die voor iedereen toegankelijk is, zonder voorschrift en zonder criteria voor diagnose of ernst. De eerstelijnspsycholoog maakt een inschatting van de problematiek, gaat aan de slag met lichte of matige klachten en verwijst indien nodig gericht door naar de juiste, meer gespecialiseerde hulpverlening.
De eerstelijnspsycholoog moet nabij, toegankelijk en laagdrempelig zijn. Eerstelijnspsychologen moeten kunnen werken in scholen, jeugdwerkingen, dienstencentra, wijkgezondheidscentra, woonzorgcentra, ...
Voor wie meer gespecialiseerde hulp nodig heeft, moeten we inzetten op de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg.