Jongeren aan zet
Mechelen is jong en divers. Jongeren gaan hier naar school, werken en studeren hier. Ze amuseren zich, ze ontspannen en ontwikkelen zich. Ze zijn op zoek naar ruimte en plaats in de stad en bouwen mee aan de stad van morgen. Jongeren weten beter dan wie ook wat er nodig is om dat volop te kunnen doen. Daarom geven we jongeren échte inspraak. Er wordt te veel over jongeren gepraat en te weinig naar hen geluisterd.
Wat wij willen
Een. Een toegankelijk en inclusief cultuuraanbod
- We introduceren een cultuurpas voor jongeren. Elk jaar krijgen ze een budget van 100 euro om culturele activiteiten naar keuze bij te wonen.
- De toegang tot Mechelse cultuurhuizen moet voor jongeren goedkoper worden.
- Het cultuuraanbod moet meer en beter afgestemd worden op de leefwereld van jongeren.
- We ondersteunen structureel culturele bottom-up initiatieven van jongeren.
- Het cultuuraanbod wordt beter bekend gemaakt bij jongeren.
- Jongeren worden actiever betrokken bij de programmatie van stedelijke cultuurhuizen.
- We bieden meer mogelijkheden en kansen voor jonge kunstenaars.
- De werking van Radar wordt versterkt en uitgebreid.
- We versterken het deeltijds kunstonderwijs.
- De openingsuren van de bibliotheek worden uitgebreid.
Meer achtergrondinformatie
Het culturele leven in een stad is voor jongeren van groot belang. Een divers en toegankelijk cultuuraanbod biedt jongeren een venster op de wereld, verruimt de horizon en geeft hen de mogelijkheid zich te ontwikkelen tot ruimdenkende, creatieve en betrokken burgers. Als stad moeten we er dan ook voor zorgen dat een verrijkend cultureel leven voor alle jongeren gegarandeerd is.
De culturele agenda van Mechelen kan nog beter afgestemd worden op de leefwereld van jongeren. Het gebrek aan connectie met het aanbod is een belangrijke reden waarom heel wat jongeren weinig interesse hebben in culturele activiteiten.
Jongeren vormen een heel diverse groep, met heel veel uiteenlopende achtergronden en interesses. Met die diversiteit (afkomst, culturele achtergrond, sociale positie, …) moet rekening worden gehouden bij het ontwikkelen van het cultuuraanbod. Het spreekt voor zich dat jongeren zelf het best geplaatst zijn om aan te geven waar hun interesses liggen en wat hen aanspreekt. Jongeren moeten dan ook actiever betrokken worden bij de ontwikkeling van het aanbod.
Toegangsprijzen vormen een belangrijke drempel voor jongeren om deel te nemen aan het culturele leven. De tarieven liggen voor hen te hoog. Een cultuurpas kan hierin al een stuk helpen. Met een cultuurpas van 100 euro per jaar kunnen jongeren een aantal culturele activiteiten naar keuze bijwonen. Verder moeten toegangsprijzen voor jongeren altijd zo laag mogelijk gehouden worden.
Cultuur is niet alleen kijken, luisteren en ervaren, ook het ontwikkelen van je eigen artistieke talenten is enorm belangrijk. Jonge kunstenaars in alle disciplines moeten dan ook alle ondersteuning en ruimte krijgen om zich te ontwikkelen en hun werk aan het publiek voor te stellen. In de programmering van de Mechelse cultuurhuizen moet daar aandacht voor zijn. Ook in de publieke ruimte moeten voor jonge kunstenaars voldoende mogelijkheden zijn (expo-ruimte, vrije expressiemuren, … ). Het kunstencentrum Radar levert goed werk om beginnende creatievelingen ruimte en ondersteuning te bieden. We voorzien meer middelen en breiden de werking uit.
Twee. Vrije tijd, sporten en feesten
- Er zijn meer uitgaansgelegenheden nodig voor jongeren.
- De openbare ruimte wordt zo ingericht dat ook jongeren er zich thuis voelen.
- Parken blijven langer open.
- We voorzien overdekte publieke ruimtes.
- We investeren in nieuwe, publieke zweminfrastructuur.
- Jongeren hebben recht op sportinfrastructuur in hun buurt.
- Sporten moet toegankelijker en goedkoper. Daarom bieden we laagdrempelige infrastructuur aan en geven we sportverenigingen voldoende werkingsmiddelen.
- We herintroduceren de Mechelse talentencheques.
- Er moet opnieuw een jeugdherberg komen in Mechelen.
- We investeren in moderne en kwaliteitsvolle jeugdhuizen en infrastructuur voor jeugdbewegingen.
Meer achtergrondinformatie
De openbare ruimte moet zo ingericht worden dat jongeren zich thuis voelen. Een open aanbod van sport- en spelactiviteiten nodigt jongeren uit elkaar in de openbare ruimte te ontmoeten.
De stad moet investeren in nieuwe sportterreinen, jeugdhuizen, publieke fitness-infrastructuur in open ruimte en open cultuurhuizen voor jongeren. We hebben publieke plaatsen nodig waar jongeren kunnen chillen, elkaar kunnen ontmoeten, met luifels om te schuilen bij slecht weer, zitbanken, sanitair, drinkwaterfonteintjes en voetbal- en basketbalveldjes.
We zoeken naar beschikbare overdekte ruimtes die ter beschikking gesteld kunnen worden aan jongeren en ondersteunen scholen om hun sportzalen ‘s avonds en in het weekend open te stellen. Door naschoolse activiteiten aan te bieden in de schoolgebouwen zelf, verlagen we voor de leerlingen de drempel om deel te nemen.
Jongeren die willen feesten, zijn vandaag in grote mate aangewezen op De Loods op het Douaneplein. Deze jongerensite buiten de stad is prima, maar jongeren willen ook in de stad plekken waar ze terecht kunnen. Niet alle jongeren voelen zich aangetrokken tot het Douaneplein. We moeten daarom opnieuw investeren in voorzieningen voor jongeren in alle wijken en dorpen.
Jeugdbewegingen spelen een bijzonder belangrijke rol. Maar de druk op ruimte is heel groot, om verschillende redenen. Veel infrastructuur is verouderd, vraagt om vernieuwing of aanpassingswerken, de druk bij kerkfabrieken en bisdommen stijgt. Jeugdbewegingen moeten dan ook ondersteund worden.
Jongeren zijn creatief en gedreven. We ondersteunen jongeren die zelf iets willen organiseren. We willen dat de stad hiervoor publieke ruimte vrijmaakt en de projecten financieel en organisatorisch ondersteunt. We gaan op zoek naar nieuwe locaties voor evenementen, voornamelijk gericht naar jongeren. Hierbij focussen we op het geven van een nieuwe invulling aan leegstaande gebouwen. We willen terug jeugdhuizen waar jongeren aan democratische prijzen kunnen uitgaan.
Mechelen heeft te weinig infrastructuur voor watersport en recreatief zwemmen. De Nekker en Geerdegemvaart kunnen de noden van verschillende sportclubs, scholen en recreatieve zwemmers niet invullen. Er moet dan ook dringend geïnvesteerd worden in bijkomende infrastructuur.
Sommige jongerengroepen zijn minder betrokken bij verenigingsactiviteiten. Het betreft jongeren met financiële beperkingen, ouders zonder secundair onderwijsdiploma, arbeidsmarktgerichte opleidingen, en jongeren met een buitenlandse achtergrond. Ook jongeren met een ziekte of handicap doen minder mee in sportverenigingen. Inspanningen om voor deze groepen drempels weg te nemen, blijven noodzakelijk.
Het stadsbestuur schafte de voorbije legislatuur de Talententickets af. Jongeren kregen via die weg jaarlijks 50 euro waarmee ze bijvoorbeeld een deel van het inschrijvingsgeld konden betalen in een sportclub of een andere vereniging. Voor gezinnen met meerdere kinderen was dat een welkome tussenkomst. We voeren de Talententickets opnieuw in.
Drie. Een betaalbare woning
- We streven naar een percentage van 20% sociale huurwoningen in Mechelen.
- In nieuwe woonontwikkelingen moeten vaste percentages sociale en betaalbare woningen geïntegreerd worden.
- We voeren een Mechelse huurpremie in.
- We benutten alle mogelijkheden om betaalbare woningen te creëren (Community Land Trust, sociaal beheersrecht, …)
- Een studentenkamer in Mechelen moet voor iedereen betaalbaar zijn.
Meer achtergrondinformatie
De huur- en koopprijzen blijven in Mechelen jaar na jaar stijgen. In de voorbije tien jaar stegen de woningprijzen in onze stad met maar liefst 45,48%.Vandaag trekken meer mensen uit Mechelen weg dan dat er nieuwe Mechelaars bijkomen. Dat heeft onder meer te maken met de toenemende onbetaalbaarheid van woningen. Met name jonge mensen zijn daarvan de dupe.
In de aanloop naar de verkiezingen van oktober heeft het stadsbestuur plots ontdekt dat er een probleem is en maakt het van betaalbaar wonen een belangrijke doelstelling. Erg geloofwaardig is dat niet. Het Mechels stadsbestuur – al bijna 25 jaar onder de leiding van Bart Somers, met Groen als vaste partner en afwisselend Vooruit, N-VA en CD&V mee aan boord – heeft in die kwarteeuw altijd een beleid gevoerd dat vrije baan gaf aan grote projectontwikkelaars en zo het probleem van onbetaalbaarheid alleen groter gemaakt.
Zorgen voor betaalbaar wonen vraagt resolute keuzes. Het betekent duidelijk kiezen voor publieke huisvesting en private ontwikkelingen met heldere voorwaarden. Het aandeel sociale woningen is in Mechelen veel te klein, de ambitie van het bestuur (10%) is te mager. We moeten in Mechelen streven naar minstens een verdubbeling (20%). Dat is een logische keuze. Als we het tekort aan sociale woningen in Vlaanderen willen oplossen, moet het aantal sociale woningen in Vlaanderen immers op korte tijd verdubbelen, daarover zijn alle experten het eens. Sociale woningen verkopen, zoals het stadsbestuur doet met 70 sociale woningen in Mechelen-Zuid, kan nooit een oplossing zijn.
Betaalbare woningen komen er niet zolang we projectontwikkelaars vrij spel geven. We moeten hen duidelijke voorwaarden opleggen. In elke ontwikkeling moet een vast aandeel sociale en betaalbare woningen geïntegreerd worden. De stad moet ook actief op zoek naar ontwikkelaars die willen bouwen voor de huurmarkt.
De wooncrisis los je niet op met een enkele maatregel. Alle mogelijke pistes moeten bewandeld worden. Een Community Land Trust (waarbij de grond waarop woningen ontwikkeld worden in publieke handen blijft), het toepassen van het sociaal beheersrecht (waarbij lang leegstaande woningen in beheer komen van de sociale woningmaatschappij) of een Mechelse huurpremie zijn enkele mogelijkheden.
Mechelen moet ook investeren in betaalbare studentenkamers.
Vier. Investeren in geestelijke gezondheid
- We zetten in op een sterke eerstelijnspsychologie.
- We geven de geestelijke gezondheidszorg een plek dicht bij de mensen: scholen, jeugdwerk, dienstencentra, …
- We versterken het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG).
- We zetten projecten op waarbij jongeren met sociale, emotionele en/of psychische problemen ondersteund en geholpen worden door andere jongeren (‘peer-to-peer support’).
- We zetten via scholen, jeugdbewegingen en sportclubs een grootschalige campagne op naar jongeren over mentaal welzijn en psychologische problemen. Zo doorbreken we taboes en helpen we jongeren op weg.
Meer achtergrondinformatie
Je gezond voelen is ook goed in je vel zitten. Psychologische moeilijkheden komen steeds vaker voor. Stress, uitputting, onzekerheid, eenzaamheid… Onze samenleving sukkelt van crisis naar crisis en van de mensen wordt steeds meer flexibiliteit verwacht. Maar wanneer mensen zich niet goed voelen, worden ze al te vaak op zichzelf teruggeworpen.
Hulp zoeken wordt aangemoedigd, maar wie eindelijk de stap naar de hulpverlening durft te zetten, stoot op wachtlijsten. Zowel voor een afspraak bij de psycholoog als voor een ingrijpende opname bij de psychiater moeten patiënten veel te lang wachten, waardoor de problemen ernstiger en complexer worden.
Steeds meer jongeren kampen met psychische problemen. Jongeren die in armoede leven hebben hier nog vaker last van en voor hen is de stap naar professionele hulp vaak nog veel groter. Professionele hulp zoeken, blijft voor veel jongeren een grote drempel (en taboe). We moeten jongeren deze hulp gratis aanbieden. Een project als TEJO, dat voorziet in gratis psychologische hulp voor jongeren, is heel waardevol. De PVDA wil deze projecten versterken en zorgen voor gratis psychologische hulp in alle wijken en dorpen.
Daarnaast zetten we in op projecten waarbij jongeren met sociale, emotionele en/of psychische problemen ondersteund en geholpen worden door andere jongeren (‘peer-to-peer support’). We gaan hiervoor in overleg met de betrokken hulpverleners en werken hiervoor een plan uit waarin we als stad volop inzetten op de mentale gezondheid van jongeren.
We moeten inzetten op een brede eerstelijnspsychologie die voor iedereen toegankelijk is, zonder voorschrift en zonder criteria voor diagnose of ernst. De eerstelijnspsycholoog maakt een inschatting van de problematiek, gaat aan de slag met lichte of matige klachten en verwijst indien nodig gericht door naar de juiste, meer gespecialiseerde hulpverlening.
De eerstelijnspsycholoog moet nabij, toegankelijk en laagdrempelig zijn. Eerstelijnspsychologen moeten kunnen werken in scholen, jeugdwerkingen, dienstencentra, wijkgezondheidscentra, woonzorgcentra, ...
Voor wie meer gespecialiseerde hulp nodig heeft, moeten we inzetten op de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg.
Vijf. Toegankelijke en betaalbare mobiliteit
- We investeren in meer en beter openbaar vervoer.
- We dringen aan op investeringen in De Lijn om de kwaliteit en de dienstverlening te versterken.
- We verzetten ons tegen het verdwijnen van bushaltes.
- De centrumpendel moet een hogere frequentie krijgen en betrouwbaar rijden.
- We voorzien hogere en bredere financiële tussenkomsten voor jongeren die het openbaar vervoer gebruiken.
- De stad moet instaan voor een degelijk en efficiënt vervoer op maat.
- Op langere termijn streven we naar gratis openbaar vervoer in de stad.
- Fietspaden worden verbeterd, zeker buiten het centrum.
Meer achtergrondinformatie
Het openbaar vervoer in Mechelen is, zacht uitgedrukt, ondermaats. Jongeren in Mechelen zijn ontevreden over het huidige busaanbod. Bussen komen veel te laat of vaak ook helemaal niet opdagen. In 2025 zullen een vijftigtal bushaltes in de stad verdwijnen. Jongeren dreigen, samen met heel veel andere Mechelaars, in vervoersarmoede terecht te komen.
De PVDA is al jarenlang een vurig pleitbezorger voor meer en beter openbaar vervoer. Vandaag zijn we dat meer dan ooit. Omdat het openbaar vervoer onmiskenbaar een sleutelrol speelt in de mobiliteit van de toekomst. Zonder serieus openbaar vervoer geen modal shift.
Maar we kunnen vandaag ook niet anders dan vaststellen dat het openbaar vervoer er almaar slechter aan toe is, ook in Mechelen. De jarenlange besparingen bij De Lijn en de uitrol van het systeem van basisbereikbaarheid leiden ook in onze stad tot dramatische gevolgen. Nergens verkeren de bussen van De Lijn in slechtere staat dan in Mechelen, nergens worden er meer busritten geschrapt, ook hier zullen tientallen bushaltes geschrapt worden, mensen in wijken en dorpen zien het aanbod verminderen, er is geen noemenswaardig vervoer op maat. Ook treinreizigers in Mechelen zien de dienstverlening verminderen. De openingsuren van de loketten worden ingeperkt, op termijn dreigen de loketten te verdwijnen. De stadsmonitor geeft dan ook aan dat 20% van de Mechelaars het aanbod van openbaar vervoer in Mechelen onvoldoende vindt.
Het is makkelijk om te zeggen dat het hier gaat om een Vlaamse of een federale bevoegdheid. Maar dat is maar gedeeltelijk waar. Het is ook een lokale bevoegdheid. En een stad als Mechelen, met een burgemeester die voortdurend zegt dat de toekomst steeds meer in de steden vorm zal krijgen, moet dan ook op vlak van openbaar vervoer een voortrekkersrol willen spelen.
Het Mechels stadsbestuur moet zich om te beginnen meer laten gelden op het Vlaamse en federale niveau. Het moet alles in de schaal leggen om de hogere overheden te bewegen tot meer investeringen in De Lijn en de NMBS. Het bestuur mag zich niet neerleggen bij de lamentabele toestand van het openbaar vervoer in Mechelen.
In het nieuwe Vlaamse mobiliteitsbeleid staan steden en gemeenten zelf in voor het ontwikkelen van vervoer op maat. Dat moet ervoor zorgen dat mobiliteit voor mensen die wonen daar waar het aanbod van regulier busvervoer wordt geschrapt, toch gegarandeerd blijft. De PVDA vindt dit een kwalijke evolutie, maar de stad moet deze opdracht wel ernstig nemen. Taxi’s, deelfietsen en deelsteps zijn geen ernstige alternatieven voor de bus.
In Mechelen zelf moet het bestuur het gebruik van het openbaar vervoer meer aanmoedigen. Dat kan concreet door de tussenkomsten van de stad in de kostprijs van tickets en abonnementen te verhogen en te verbreden. Andere centrumsteden – met Hasselt als koploper – doen het op dat vlak veel beter dan Mechelen.
In samenspraak met De Lijn kunnen we het probeerpakket van De Lijn voor alle Mechelaars beschikbaar maken. Vandaag wordt het alleen aangeboden aan mensen die pas verhuisd zijn. Het pakket bundelt een aantal duurzame vervoermiddelen: bus, tram, cambio-deelauto’s en Blue-bike-deelfietsen. Voor een bepaalde periode gebruik je de bus volledig gratis, voor deelauto’s en -fietsen valt de kost van het lidmaatschap weg.
De PVDA pleit al jarenlang voor gratis openbaar vervoer. Dat is geen utopie, maar een reële mogelijkheid. Er zijn wereldwijd meer dan genoeg voorbeelden die dat bewijzen (Luxemburg, Duinkerke, Tallinn, …). Ook zijn er heel wat landen en steden die experimenteren met gratis openbaar vervoer of het openbaar vervoer bewust heel goedkoop houden. Gratis openbaar vervoer kan niet van de ene op de andere dag gerealiseerd worden, maar op langere termijn kan het wel degelijk een ambitie zijn.
In DM schreef hoofdredacteur Bart Eeckhout terecht dat als De Lijn vandaag kraakt en piept, dat ligt aan historische beleidsprioriteiten en ideologische keuzes. “De rol van de bussen en trams van De Lijn was in de eerste plaats sociaal”, zegt Eva Van Eeno (VUB). “Het openbaar vervoer was een emanciperend instrument, een poort naar deelname aan het publieke leven, vooral voor wie geen auto had of er niet mee kon rijden… Maar steeds vaker ging het over de financiële efficiëntie van openbaar vervoer, over de economische doelstelling ervan. De sociale rol sneeuwde onder.” In Mechelen willen we de sociale functie van het openbaar vervoer opnieuw op de voorgrond zetten.
Jongeren maken veel gebruik van de fiets. Maar nog heel wat fietspaden verkeren in slechte staat. De nieuwe fietsstroken zijn bij nat weer glad. Sommige fietsroutes zijn ‘s avonds erg donker, wat jongeren een onveilig gevoel geeft. Verkeerssituaties die veelvuldig wijzigen, zorgen voor verwarring en onzekerheid. Daar moet beter over geïnformeerd worden.
Zes. Geef jongeren een stem
- Het stadsbestuur moet de jongeren veel beter betrekken bij plannen en beleidsbeslissingen. Dat kan via jeugdwerk, onderwijs, jongerenorganisaties en door gewoon met jongeren te gaan praten.
- We geven de jeugdraad initiatiefrecht in de gemeenteraad. Zo kunnen jongeren punten op de agenda zetten.
- We maken een digitale plek waar jongeren vragen en voorstellen voor het stadsbestuur kunnen droppen. Ze kunnen die ook laten becommentariëren en ondersteunen door leeftijdsgenoten. We zorgen voor een brede bekendmaking van dit nieuwe online inspraakmedium.
- We betrekken jongeren meer bij het klimaatbeleid van de stad.
- We maken middelen vrij om jongerenorganisaties en jeugdbewegingen te ondersteunen.
Meer achtergrondinformatie
Mechelse jongeren willen meer inspraak in de ontwikkelingen in hun stad. Ze ervaren dat het stadsbestuur zich te veel naar volwassenen richt in het (gebrekkige) inspraak- en participatiebeleid. Jongeren staan open om meer te participeren in de besluitvorming.
Inspraak gaat over vertrouwen geven aan jongeren, hun mening serieus nemen en écht luisteren. Dat vraagt om een open houding van beleidsmakers. Democratie is een tweerichtingsverkeer: verwacht niet alleen dat jongeren zelf hun weg vinden, maar ga ook actief naar hen toe. Jongeren mee laten denken over de stad werkt emancipatorisch en helpt onze stad vooruit.
De jeugdraad moet uitgroeien tot volwaardige jongerenvertegenwoordiging. De jeugdraad moet initiatiefrecht krijgen in de gemeenteraad, zodat jongeren ook zelf punten op de agenda kunnen zetten.
Ook wie geen rechtstreekse lijn heeft naar de jeugdraad moet ideeën op tafel kunnen leggen. Daar is een open, digitaal instrument voor nodig, waarmee jongeren hun vragen en voorstellen naar voren kunnen brengen en daar steun van andere jongeren voor kunnen krijgen.
De stedelijke diensten engageren zich om elke vraag te beantwoorden. Voorstellen die de steun krijgen van voldoende jongeren worden behandeld.
Het stedelijk jeugdbeleid moet verankerd zijn in de jongerenwereld. Daarvoor kan het beleid steunen op het jeugdwerk en op banden in het onderwijs. Dan kunnen jongeren gehoord worden als er veranderingen op til zijn in hun buurt, maar ook om beleid bij hen af te toetsen. Zonder sterk jeugdwerk, kan het beleid een doorgedreven inspraak van jongeren niet realiseren.
Jongeren willen meer betrokken worden bij het klimaatbeleid van de stad. Hun visie op de toekomst en de klimaatverandering kunnen helpen bij potentiële denkpistes, ideeën en uitgangspunten.
Jongeren willen dat ook op lokaal niveau actie ondernomen wordt voor een leefbare planeet voor de toekomstige generaties.
Zeven. Veilig jong zijn in Mechelen
- We werken aan een positieve en constructieve relatie tussen jongeren en politie.
- We investeren in wijkgerichte politiezorg.
- De aanpak van overlast wordt in samenspraak met jongeren ontwikkeld.
- Nultolerantie voor racisme, discriminatie, grensoverschrijdend gedrag en homofobie. We versterken de werking van de bestaande meldpunten, verlagen de drempel naar hulpverlening en pakken haatmisdrijven aan.
- We gaan het gesprek aan met scholen om het hoofddoekenverbod en andere beperkende kledingvoorschriften af te schaffen.
- We ondersteunen activiteiten van en voor jongeren die de diversiteit versterken en racisme en haat tegengaan.
- We stimuleren elk initiatief om jongeren samen te brengen in al hun diversiteit.
Meer achtergrondinformatie
Slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag, racisme, homofobie of eender welke vorm van discriminatie of haat, moeten de nodige zorg en begeleiding krijgen. We zorgen in de stad voor meldpunten waar je terecht kan als je slachtoffer wordt. Het is belangrijk dat je ergens terecht kan en professionele hulp aangeboden krijgt.
Jongeren ervaren dat mensen met een andere religie, cultuur of huidskleur nog altijd geconfronteerd worden met discriminatie en uitsluiting. Het hoofddoekenverbod op sommige scholen willen ze afgeschaft zien, evenals andere beperkende kledingvoorschriften.
Lokale besturen moeten waken dat jongerengedrag niet gecriminaliseerd wordt. Voorzie op lokaal niveau een duidelijk uitgaanskader met een eenduidige omschrijving wat overlast precies is. Werk dat samen uit met jongeren zelf. Organiseer ontmoetingen tussen jongeren, wijkbewoners en lokale beleidsverantwoordelijken zodat er meer begrip en dialoog ontstaat tussen de verschillende partijen.
De relatie tussen jongeren en politie is vaak gespannen. Jongeren voelen zich vaak niet correct behandeld door de politie en ervaren de contacten met politie eerder als negatief. Uit onderzoek van de Vlaamse Jeugdraad blijkt dat heel wat jongeren een angstig gevoel hebben wanneer ze politiemensen zien, bang zijn om door hen te worden aangesproken of zich geviseerd voelen. Jongeren zijn vragende partij om tot een betere verstandhouding te komen, in het belang van alle betrokken partijen en uiteindelijk de hele samenleving.
Een structureel overleg tussen jongeren, jeugdwerk, straathoekwerk, jeugdambtenaren en politie kan de relatie tussen jongeren en politie versterken. Door meer tijd te besteden aan een betere relatie met jongeren zal er minder tijd moeten worden besteed aan conflicten en conflictbeheersing.
Goede uitwisseling tussen jeugdwerk en politie is van zeer groot belang. Een goed voorbeeld daarvan zien we in Borgerhout. Op een toezichtsvergadering komen buurtregisseur, jeugdwerkers en politie samen. Ze kijken waar er overlast gemeld wordt, waarna de jeugdwerkers ermee aan de slag kunnen. Het zijn de jeugdwerkers die de jongeren aanspreken, waardoor ze niet meteen in contact komen met de politie.
Nog in Borgerhout laten de “PleinPatrons” zien hoe jongeren een deel van de oplossing kunnen zijn. “De PleinPatrons” zijn jongeren uit de werkingen van Kras, JES en Samen op Straat die, naast een animatorcursus, ook een PleinPatron-cursus hebben gevolgd. Zij zijn o.a. stewards op evenementen in hun buurt en zorgen dat er dialoog is tussen de organisatoren en de jongeren. De politie is tijdens grote evenementen wel aanwezig, maar in veel mindere mate dan vroeger het geval was. Incidenten lopen minder snel uit de hand wanneer de politie er niet aan te pas komt. Mechelen heeft met de “Grote Broers” een vergelijkbare werking. Een uitwisseling van ervaringen en goede praktijken kan beide werkingen versterken.
Wanneer de politie zonder objectieve of redelijke rechtvaardiging iemand stopt, controleert, fouilleert of aanhoudt, vanwege zijn huidskleur of herkomst is er sprake van etnisch profileren. Denk maar aan de identiteitscontroles bij jongeren van kleur. Etnisch profileren verzuurt de relatie tussen politie en jongeren. Het is ook een belangrijke bron van conflict.
Dit moet ook opengetrokken worden naar ‘discriminerend profileren’ – ook op sociaal-economische status, taal, gender, geaardheid of leeftijd kan worden geprofileerd. De slachtoffers van discriminatie of politiegeweld zijn vaak jongeren met een lage sociaal-economische status, vaak in combinatie met een migratieachtergrond.
Jongeren worden almaar meer verleid tot het (overmatig) gebruik van alcohol, tabak, vapes en drugs, dit op steeds jongere leeftijd. We ontwikkelen daarom grootschalige ontradende campagnes en bieden jongeren begeleiding wanneer er sprake is van verslaving.