Mobiele stad
In een snel groeiende stad is mobiliteit ongetwijfeld een van de grootste uitdagingen. Hoe zorgen we ervoor dat iedereen zich makkelijk, comfortabel en betaalbaar kan verplaatsen? Hoe moet het verkeer naar en van de stad georganiseerd worden? En hoe brengen we dat allemaal in overeenstemming met de noodzakelijke zorg voor veiligheid, leefbaarheid, milieu en klimaat? De PVDA wil in Mechelen een ambitieus en sociaal mobiliteitsbeleid zien. We willen een beleid met een heldere toekomstvisie, dat via inspraak en participatie steunt op een breed draagvlak.
Meer achtergrondinformatie
In de 21ste eeuw moet een stad resoluut durven kiezen voor een toekomstgericht plan dat de stedelijke mobiliteit een compleet nieuw gezicht geeft. Mechelen moet de ambitie hebben om daarin een voorbeeld te zijn.
De veelbesproken “mobiliteit van de toekomst” kan nooit een realiteit worden als ze niet sociaal is. Een andere mobiliteit kan alleen vorm krijgen als rekening wordt gehouden met de belangen van iedereen en gebruikers van verschillende vervoersmiddelen niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Voetgangers, fietsers, autogebruikers, gebruikers van deelmobiliteit en openbaar vervoer, ze hebben allemaal een volwaardige plek in het Mechelse mobiliteitsverhaal.
Sociale rechtvaardigheid is een belangrijk criterium voor mobiliteitsmaatregelen. Ook in onze mobiliteit bestaat een grote ongelijkheid. Eén op de vijf Belgen heeft te maken met vervoersarmoede. Ze worden beperkt in hun vrijheid om zich te verplaatsen naar onder meer werk en gezondheidszorg. Hoge brandstof- en woningprijzen vergroten het risico op vervoersarmoede verder en leggen de sociale onrechtvaardigheid bloot die ingebed zit in onze huidige mobiliteit. Mobiliteitsbeleid moet een sterk herverdelende rol spelen. Sociale rechtvaardigheid en integrale toegankelijkheid zijn randvoorwaarden voor duurzame mobiliteit. Elke nieuwe en bestaande maatregel moet aan deze randvoorwaarden getoetst worden.
Mobiliteitsbeleid gaat hand in hand met klimaat- en milieubeleid. Ook hier moet sociale rechtvaardigheid een randvoorwaarde zijn. De klimaattransitie zal sociaal zijn of niet zijn. Als mobiliteitsmaatregelen in functie van klimaat en milieu niet sociaal rechtvaardig zijn, ondergraven ze elk draagvlak en wekken ze alleen weerstand.
Een resolute omslag in het mobiliteitsbeleid wordt niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Het is een project op lange termijn. Elke stap moet op een goed doordachte manier worden gezet, met het nodige draagvlak, zodat iedereen in het mobiliteitsverhaal mee is.
Wat wij willen
Een. Een performant openbaar vervoer
- We dringen aan op investeringen in De Lijn om de kwaliteit en de dienstverlening te versterken.
- We verzetten ons tegen het verdwijnen van bushaltes.
- De centrumpendel moet een hogere frequentie krijgen en betrouwbaar rijden.
- De herstel- en onderhoudsdienst van De Lijn in Mechelen moet behouden blijven.
- We voorzien hogere en bredere financiële tussenkomsten voor gebruikers van het openbaar busvervoer.
- In samenspraak met De Lijn breiden we het gratis probeerpakket van De Lijn uit naar alle Mechelaars.
- De Lijn blijft de bevoorrechte partner in de ontwikkeling van het stedelijk en regionaal openbaar vervoer.
- De stad moet instaan voor degelijk en efficiënt vervoer op maat.
- Op lange termijn streven we naar gratis openbaar vervoer in de stad.
- We dringen aan op het behoud van de loketten in de Mechelse treinstations.
Meer achtergrondinformatie
De PVDA is al jarenlang een vurig pleitbezorger voor meer en beter openbaar vervoer. Vandaag zijn we dat meer dan ooit. Omdat het openbaar vervoer onmiskenbaar een sleutelrol speelt in de mobiliteit van de toekomst. Zonder serieus openbaar vervoer geen modal shift.
Maar we kunnen vandaag ook niet anders dan vaststellen dat het openbaar vervoer er almaar slechter aan toe is, ook in Mechelen. De jarenlange besparingen bij De Lijn en de uitrol van het systeem van basisbereikbaarheid leiden ook in onze stad tot dramatische gevolgen. Nergens verkeren de bussen van De Lijn in slechtere staat dan in Mechelen, nergens worden er meer busritten geschrapt, ook hier zullen tientallen bushaltes geschrapt worden, mensen in wijken en dorpen zien het aanbod verminderen, er is geen noemenswaardig vervoer op maat. Ook treinreizigers in Mechelen zien de dienstverlening verminderen. De openingsuren van de loketten worden ingeperkt, op termijn dreigen de loketten te verdwijnen. De stadsmonitor geeft dan ook aan dat 20% van de Mechelaars het aanbod van openbaar vervoer in Mechelen onvoldoende vindt.
Het is makkelijk om te zeggen dat het hier gaat om een Vlaamse of een federale bevoegdheid. Maar dat is maar gedeeltelijk waar. Het is ook een lokale bevoegdheid. En een stad als Mechelen, met een burgemeester die voortdurend zegt dat de toekomst steeds meer in de steden vorm zal krijgen, moet dan ook op vlak van openbaar vervoer een voortrekkersrol willen spelen.
Het Mechels stadsbestuur moet zich om te beginnen meer laten gelden op het Vlaamse en federale niveau. Het moet alles in de schaal leggen om de hogere overheden te bewegen tot meer investeringen in De Lijn en de NMBS. Het bestuur mag zich niet neerleggen bij de lamentabele toestand van het openbaar vervoer in Mechelen.
In het nieuwe Vlaamse mobiliteitsbeleid staan steden en gemeenten zelf in voor het ontwikkelen van vervoer op maat. Dat moet ervoor zorgen dat mobiliteit voor mensen die wonen daar waar het aanbod van regulier busvervoer wordt geschrapt, toch gegarandeerd blijft. De PVDA vindt dit een kwalijke evolutie, maar de stad moet deze opdracht wel ernstig nemen. Taxi’s, deelfietsen en deelsteps zijn geen ernstige alternatieven voor de bus.
In Mechelen zelf moet het bestuur het gebruik van het openbaar vervoer meer aanmoedigen. Dat kan concreet door de tussenkomsten van de stad in de kostprijs van tickets en abonnementen te verhogen en te verbreden. Andere centrumsteden – met Hasselt als koploper – doen het op dat vlak veel beter dan Mechelen.
In samenspraak met De Lijn kunnen we het probeerpakket van De Lijn voor alle Mechelaars beschikbaar maken. Vandaag wordt het alleen aangeboden aan mensen die pas verhuisd zijn. Het pakket bundelt een aantal duurzame vervoermiddelen: bus, tram, cambio-deelauto’s en Blue-bike-deelfietsen. Voor een bepaalde periode gebruik je de bus volledig gratis, voor deelauto’s en -fietsen valt de kost van het lidmaatschap weg.
De PVDA pleit al jarenlang voor gratis openbaar vervoer. Dat is geen utopie, maar een reële mogelijkheid. Er zijn wereldwijs meer dan genoeg voorbeelden die dat bewijzen (Luxemburg, Duinkerke, Tallinn, …). Ook zijn er heel wat landen en steden die experimenteren met gratis openbaar vervoer of het openbaar vervoer bewust heel goedkoop houden. Gratis openbaar vervoer kan niet van de ene op de andere dag gerealiseerd worden, maar op langere termijn kan het wel degelijk een ambitie zijn.
In De Morgen schreef hoofdredacteur Bart Eeckhout terecht dat als De Lijn vandaag kraakt en piept, dat ligt aan historische beleidsprioriteiten en ideologische keuzes. “De rol van de bussen en trams van De Lijn was in de eerste plaats sociaal”, zegt Eva Van Eeno (VUB). “Het openbaar vervoer was een emanciperend instrument, een poort naar deelname aan het publieke leven, vooral voor wie geen auto had of er niet mee kon rijden… Maar steeds vaker ging het over de financiële efficiëntie van openbaar vervoer, over de economische doelstelling ervan. De sociale rol sneeuwde onder.” In Mechelen willen we de sociale functie van het openbaar vervoer opnieuw op de voorgrond zetten.
Twee. Stappen, fietsen en delen
- We zorgen in alle wijken en dorpen voor nabijgelegen voorzieningen die makkelijk bereikbaar zijn met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer.
- Woonstraten worden ingericht op maat van voetgangers en fietsers.
- We blijven investeren in kwaliteitsvolle voet- en fietspaden.
- Fietspaden moeten geschikt zijn voor alle types: standaard fiets, fietskarren, bakfietsen, koeriers, elektrische en mindervalide fietsen. Voet- en fietspaden moeten obstakelvrij zijn en hebben duidelijke en veilige oversteekplaatsen.
- We breiden de Mechelse fietsschool uit met meer locaties en instructeurs.
- Bij de aanleg van voetpaden wordt rekening gehouden met het comfort van wie gebruikmaakt van een rollator, scootmobiel, rolstoel of kinderwagen.
- In de hele stad komen comfortabele boven- en ondergrondse fietsenstallingen nabij winkels, diensten, culturele en recreatieve hotspots, woonkernen, ...
- We creëren bewaakte fietsenparkings en voeren een actief beleid tegen fietsdiefstallen.
- Er wordt extra ingezet op fietsveiligheid daar waar kinderen en jongeren vaak vertoeven: scholen, sportterreinen, bioscoop, speelpleinen, jeugdhuizen, ...
- Straten rond scholen worden autovrij gemaakt.
- Deelfietsen en -auto’s moeten overal, ook in sociale woonwijken, voor iedereen beschikbaar en betaalbaar zijn.
Meer achtergrondinformatie
Mechelen heeft de ambitie om dé fietsstad van Vlaanderen te zijn en heeft zeker al stappen gezet om dat waar te maken. Maar als we kijken naar de cijfers in de stadsmonitor, dan wordt duidelijk dat er nog veel te doen is: 45% van de Mechelaars vindt dat er te weinig fietsenstallingen zijn, 19% zegt dat er onvoldoende fietspaden zijn, 29% zegt dat de fietsinfrastructuur beter kan, 23% voelt zich niet veilig op de fiets, 36% vindt dat de kinderen niet veilig naar school kunnen fietsen. Ook voor voetgangers ligt er nog werk op de plank: 38% van de Mechelaars zegt dat de voetpaden niet goed zijn.
Fietsveiligheid moet een blijvend aandachtspunt zijn. De kaart met onveilige punten, uitgegeven door de Mechelse Fietsersbond, vertoont nog te veel rode vlekken. De Vesten, het kruispunt Nekkerspoel en het Kardinaal Mercierplein zijn specifieke punten waar leesbaarheid en veiligheid beter moeten.
Verder inzetten op deelmobiliteit is een goede zaak. Maar deelmobiliteit moet voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Met name sociale woonwijken zijn hier nog teveel een blinde vlek.
Drie. Gemotoriseerd verkeer
- Het inzetten op de mobiliteit van de toekomst – openbaar vervoer, fiets, deelmobiliteit, … – mag niet leiden tot een “oorlog” tussen autogebruikers en fietsers. Het beleid speelt hier een belangrijke rol.
- Er wordt volop geïnvesteerd in gratis rand- en buurtparkings, van waaruit het centrum en de verschillende stadswijken op een aantrekkelijke en makkelijke manier bereikbaar zijn: te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer.
- Private parkeerterreinen, bijvoorbeeld van supermarkten, worden opengesteld voor buurtbewoners.
- Vrachtverkeer wordt in de stad zoveel mogelijk vermeden.
- Autoverkeer wordt in schoolomgevingen en op alle plaatsen waar veel activiteiten zijn zoveel mogelijk geweerd.
- Het gebruik van deelmobiliteit wordt uitgebreid en voor iedereen betaalbaar gemaakt.
- Het vervoer voor mensen met een beperkte mobiliteit – Minder Mobielen Centrale, Dienst Aangepast vervoer, Collectief vervoer naar woonzorgcentra en dienstencentra – wordt gratis gemaakt.
- De leesbaarheid van alle verkeerssituaties wordt verbeterd, zodat boetes zoveel mogelijk vermeden kunnen worden.
- Het handhavingsbeleid mag niet in functie staan van de stadskas.
- De inkomsten van verkeersboetes komen integraal terecht in een fonds voor verkeersveiligheid. Ze worden op een transparante manier ingezet voor het verbeteren van verkeersveiligheid.
- De verkeersproblematiek in Battel wordt daadwerkelijk aangepakt.
- We creëren geen automagneten meer zoals Malinas of Plopsaqua.
Meer achtergrondinformatie
Steeds meer mensen komen in de stad wonen en willen er in een leefbare, gezonde en veilige omgeving leven. Het spreekt voor zich dat te veel gemotoriseerd verkeer daar een hypotheek op legt. De stad leefbaar, gezond en veilig maken voor een groeiend aantal inwoners vraagt onvermijdelijk een beperking van het gemotoriseerd verkeer.
Maar beleidsmaatregelen die een inperking van het gemotoriseerd verkeer beogen, moeten sociaal zijn en mogen ook niet stigmatiserend zijn. De auto mag niet tot “volksvijand nummer één” worden gebombardeerd. Maatregelen moeten ook altijd voldoende draagvlak hebben. Ingrepen in mobiliteit kunnen dan ook niet zonder voorafgaandelijke inspraak en participatie.
Parkeergelegenheid is een belangrijk aandachtspunt: 48% van de Mechelaars zegt dat er onvoldoende parkeergelegenheid is. Wanneer parkeerplaatsen in de binnenstad of op andere plaatsen worden geschrapt, moet er voldoende alternatief zijn. Bewoners verplichten om gebruik te maken van dure betaalparkings, zoals gebeurd is met de bewoners van het Begijnhof, is geen aanvaardbare oplossing. Er moet geïnvesteerd worden in gratis rand- en buurtparkings.
Een doorn in het oog van veel Mechelaars – en ook mensen die Mechelen bezoeken – zijn de vele boetes die door de stad geïnd worden. Wie in de begroting kijkt naar de inkomsten die de stad elk jaar uit boetes voorspelt, kan zich niet van de indruk ontdoen dat verkeersboetes vooral gezien worden als een flinke bron van inkomsten. Alle verkeerssituaties moeten duidelijk en leesbaar zijn, zodat boetes zoveel mogelijk vermeden worden. Inkomsten uit boetes moeten integraal en op een transparante manier ingezet worden voor de verbetering van de verkeersveiligheid.
De verkeersoverlast in Battel moet prioritair aandacht krijgen. Het burgerinitiatief Battels Geraas vraagt al jarenlang dat de stad maatregelen zou nemen, tot vandaag nog altijd vergeefs. Battel is een woon- en leefgemeenschap en moet net als alle andere delen van de stad leefbaar worden.
Het stadsbestuur moet maatregelen neemt om de overlast te beperken: snelheidsbeperkingen, fluisterasfalt, reduceren van de luidruchtige parelstroken, groenaanplantingen, bermen, buffers, vlotte doorstroming, voorkomen van filevorming op N16 en E19, verkeerssignalisatie, afstellen van lichten, vergunningen voor bedrijven, geluidsschermen op wegen en aansluitingen van de N16 en de E19, fietsstraten, sluipverkeer, enz.
Autoverkeer willen inperken, is een goede zaak. Maar tegelijkertijd automagneten ontwikkelen, is compleet tegenstrijdig. We moeten dan ook stoppen met projecten te vergunnen die massaal autoverkeer aantrekken en bovendien ook nog eens een verlies van schaarse stukjes natuur betekenen (Malinas, Plopsaqua, ...)
Vier. We betrekken iedereen bij het mobiliteitsbeleid
- De definitieve heraanleg van de Vesten moet het resultaat zijn van een ernstig inspraak- en participatietraject.
- Alle ingrepen inzake mobiliteit moeten voorafgegaan worden door inspraak en participatie.
- Bij de ontwikkeling van het mobiliteitsbeleid wordt een beroep gedaan op de expertise van onder meer de Fietsersbond, TreinTramBus en Mechelen Mobiel voor Iedereen.
- Bedrijven die in Mechelen gevestigd zijn en dankbaar gebruikmaken van de weginfrastructuur, moeten ook bijdragen tot het onderhoud ervan.
- Er wordt geen geld verspild aan nutteloze promotiecampagnes zoals de “Indianenverhalen” en de stellingconstructies op de Vesten, beide ter promotie van De Nieuwe Vesten.
Meer achtergrondinformatie
Mobiliteit is een thema dat echt iedereen aanbelangt. Het is dan ook van belang om iedereen te betrekken bij de vormgeving ervan. Helaas is dat in Mechelen niet het geval.
Maak van De Nieuwe Vesten een sociaal project
De Nieuwe Vesten zijn helaas een pijnlijk voorbeeld van hoe het niet moet. Twee jaar nadat het project werd gelanceerd, kunnen we niet anders dan concluderen dat het mislukt is. Een spijtige zaak, want de uitgangspunten en doelstellingen zijn juist. Minder autoverkeer in de stad, meer open ruimte, meer plek voor recreatie, … Wie wil dat niet? Maar door de ondoordachte aanpak heeft het stadsbestuur het hele project verknoeid.
Bekommernissen over milieu en klimaat zijn een belangrijke motivatie voor De Nieuwe Vesten. Maar het project is een schoolvoorbeeld van hoe in milieu- en klimaatbeleid geen rekening wordt gehouden met verschillende en soms botsende belangen van verschillende groepen mensen. Er zijn enerzijds de groene belangen, anderzijds de belangen van gewone mensen die zich dagelijks op een vlotte en comfortabele manier willen kunnen verplaatsen. Wanneer die belangen niet met elkaar verzoend worden, is het project gedoemd te mislukken. Er wordt dan alleen weerstand geoogst.
De Nieuwe Vesten zijn te vroeg gelanceerd. Om succesvol te kunnen zijn, ontbreekt nog belangrijke verkeersinfrastructuur. Want als je verkeer van de Vesten weghaalt, dan moet dat verkeer uiteraard elders opgevangen kunnen worden. Daarvoor zijn de Arsenaaltunnel en de Ontknoping van Mechelen-Noord en Mechelen-Zuid cruciaal. Maar beide voorzieningen zullen nog jaren op zich laten wachten. Fileproblemen op de Leuvensesteenweg en in Battel zullen dus ook nog lang aanslepen.
Het project De Nieuwe Vesten werd zonder enige vorm van voorafgaande inspraak of participatie als een bom op de Mechelaars gedropt. Het werd gepromoot met een dure marketingcampagne rond indianenverhalen, in de hoop dat de Mechelaars het zo wel zouden slikken. Zo werkt het natuurlijk niet. Het resultaat is dan ook dat 70% van de Mechelaars het project niet lust. Een cijfer dat het stadsbestuur louter en alleen aan zichzelf te danken heeft.
Bart Somers heeft De Nieuwe Vesten altijd verdedigd met een verwijzing naar de Ringstrasse in Wenen. Dat is wat hij voor ogen heeft: een Weense Ringstrasse “oep ze Mèchels”. Schepen van Mobiliteit Alexander Vandersmissen noemde het luxueuze woonproject op het Mercierplein (met prijzen tot meer dan een miljoen euro) als toonaangevend voor De Nieuwe Vesten. Het is dus klaar en duidelijk dat De Nieuwe Vesten voor het stadsbestuur een prestigeproject is. De Vesten moeten een luxeboulevard worden met peperdure woonprojecten. De gewone Mechelaar mag daarvoor de prijs betalen.
Het project De Nieuwe Vesten moet een sociaal project worden. De definitieve heraanleg kan niet zonder een ernstig traject van inspraak en participatie. Daarin moeten alle mogelijke scenario’s meegenomen worden. Alleen zo kan tot een breed gedragen project gekomen worden.