Skip to content

De vuist van Jan

De vuist van Jan
 
 

Een echte nieuwjaarsreceptie waarop we elkaar live zien en samen genieten van een drankje, een hapje en een babbel, dat zat er bij het begin van 2021 niet in. Dan maar een nieuwjaarsmoment via digitale weg. Ook daar kon een toespraak van Dirk Tuypens niet ontbreken. Je kan hem hier integraal lezen.

Beste vrienden, kameraden,


Ik heb bij het begin van dit nieuwe jaar iets heel raar gedaan. Ik heb namelijk geluisterd naar een podcast van Dries Van Langenhoven. U weet wel, die afgeborstelde driftkikker van Vlaams Belang, die graag poseert met zware wapens en ongeduldig zit te wachten tot de fascistische knokploegen losgelaten worden. Ja, dat heerschap pleegt ook een podcastreeks: de Dries Van Langenhoven Podcast.

Waarom heb ik mezelf dat nu aangedaan om naar een aflevering van die reeks te luisteren? Wel, omdat het thema van die bewuste aflevering solidariteit is. Echt waar. Dries legt uit wat volgens hem solidariteit is en waarom echte solidariteit alleen maar zou kunnen bestaan in een nationalistische context.

De solidariteit waar links over spreekt, die moet volgens dit brullende kemphaantje met alle middelen bestreden worden. Bij die solidariteit wordt namelijk gesproken over belastingen, sociale zekerheid en - godbetert - herverdeling van rijkdom en welvaart. Van die solidariteit lusten Dries en zijn vendelzwaaiers geen pap, ze krijgen er jeuk, puisten en wratten van. Want als de overheid er voor iets tussen zit, dan is het voor hen namelijk diefstal, afpersing, dan is het een soort solidariteit die afgedwongen wordt met het schrikbeeld van torenhoge boetes en gevangenisstraffen.

Welke solidariteit draagt Dries dan wel hoog in het leeuwenvaandeltje? Dat illustreert hij met enkele treffende, concrete voorbeelden. Solidariteit à la Dries Van Langenhoven is bijvoorbeeld in het park een achtergelaten blikje oprapen en het in de vuilnisbak gooien. Een keer op de hond van de buren letten, ook dat past in zijn idee van solidariteit. Een beetje bijspringen als iemand in je omgeving het wat moeilijk heeft, dat is voor Dries echte Vlaamse solidariteit. En ja, als er ergens ver weg mensen door oorlog of natuurrampen worden geteisterd, dan wil de goede Vlaming best wel eens iets doneren.

Maar gekker dan dat moet het natuurlijk niet worden. We gaan toch niet solidair zijn met vreemde volkeren waar we niets mee te maken hebben en die nooit iets voor ons zullen doen? En al zeker niet met Wallonië en Brussel, want dat zijn natuurlijk de walhalla’s van het socialistisch profitariaat.

Het allerbelangrijkste bij die solidariteit van Dries is dat het allemaal volledig individueel en op vrijwillige basis gebeurt. Dus geen collectieve structuren, geen sociale zekerheid en al zeker geen herverdelende mechanismen, want dat is allemaal afzetterij.

Ik kan u zeggen dat het een heel bijzondere luisterervaring was, die podcast van Dries. Hij presteert het om binnen een en hetzelfde betoog de solidariteit als iets enorm belangrijks te benoemen en vervolgens die solidariteit te reduceren tot iets exclusief van raszuivere Vlamingen onder elkaar.

Als er nu iets is wat we in 2020 duidelijk hebben kunnen zien, dan is het dat solidariteit geen loos en exclusief begrip is. Het is iets heel concreet en het zit diep ingebakken in de menselijke natuur. Als dat niet zo was, dan was onze samenleving al lang volledig ingestort. Als dat niet gebeurd is, dan is dat volledig te danken aan de solidaire inzet van ontelbare gewone mensen, die nu al bijna een jaar lang alles geven om de samenleving in deze crisistijd overeind te houden. De PVDA heeft al die helden al veelvuldig in de bloemen gezet en we zullen dat blijven doen, ook als deze crisis eindelijk voorbij zal zijn.

Solidariteit is een ongelooflijk krachtig en taai beestje, het laat zich niet zo gemakkelijk klein krijgen. Maar toch wordt ze voortdurend bedreigd. Zonder ophouden wordt er geprobeerd om ze te verzwakken. Niet alleen door de clownsbende van Dries Van Langenhoven, maar evengoed door partijen en politici die zich o zo graag democratisch noemen.

Ze hebben daar natuurlijk hun redenen voor. De solidariteit staat hen namelijk wreed in de weg. Het is een irritante hindernis voor het politieke programma dat ze allemaal delen. In dat programma is voor de gewone burger alleen nog de rol weggelegd van slaafse werkmier. “Werken dient enkel om de rijkdom van de winners in deze samenleving te vergroten en iedereen moet daarvoor alle mogelijke offers brengen.” Dat schreef Jan Blommaert, een monument van de linkse beweging waarvan we begin dit jaar helaas veel te vroeg afscheid moesten nemen.

Wat Jan schreef, is verre van linkse prietpraat. We zien het dagelijks in heel concrete politieke keuzes:

De mensen in de zorgsector hebben hemel en aarde verzet. Als ze dan eindelijk een extra premie krijgen, blijkt dat daar netto nauwelijks iets van overblijft. En waar blijft de zo noodzakelijke versterking in de sector? Alle werkende mensen geven al bijna een jaar lang het beste van zichzelf. Nu blijkt dat daar een loonstijging van maximaal 0,4% tegenover staat. En de werkgevers zijn daar dan nog verontwaardigd over, want zij hadden liever gezien dat het 0% was. We hebben gezien dat de superrijken hun fortuin tijdens de crisis serieus zagen aandikken. Maar van een ernstige fiscale bijdrage is nog altijd geen sprake, ook al had de Vivaldi-coalitie dat wel aangekondigd. Voor de zoveelste keer is het de werkende klasse die de rekening gepresenteerd krijgt.

Dat zijn allemaal keuzes en beslissingen van een politieke klasse die niet geïnteresseerd is in solidariteit die verder gaat dan liefdadigheid. Het is een klasse die het normaal vindt dat het gros van de rijkdom in een handvol zakken verdwijnt, terwijl er aan de andere kant geen geld is voor de zorgsector, het onderwijs, de pensioenen, de strijd tegen armoede, …

Jan Blommaert had gelijk als hij schreef dat de gewone mensen alleen nog flexibele arbeidskrachten mogen zijn, ten dienste van de economische groei. Groei slaat daarbij alleen nog op de winsten van de grote ondernemingen. Hij had gelijk als hij voorspelde dat steeds meer mensen uit de boot zouden vallen en in de sociale marge terecht zouden komen. Hij had gelijk als hij de neoliberale visie op de samenleving extreemrechts noemde en de verdedigers ervan extremistisch, radicaal en fundamentalistisch.

Jan had ook gelijk als hij zei dat links de samenleving heruit moet vinden. Om een einde te maken aan de verdeel en heerspolitiek, die zo bedreigend is voor de solidariteit. We moeten dat onder meer doen door de grote linkse principes opnieuw voluit inhoud te geven en te verdedigen. We kunnen niet toelaten dat ze ingepikt worden door wie ze alleen maar wil herleiden tot holle woorden. Waar dat toe leidt, kunnen we vandaag al heel concreet zien. In de fratsen van Trump in de VS, Bolsonaro in Brazilië, de rechtse regimes in een aantal Europese landen, Van Langenhoven en konsoorten bij ons, én in het beleid van de zogeheten democraten.

Solidariteit is een van die fundamentele linkse principes die we moeten koesteren en verdedigen. Het is geen naastenliefde of liefdadigheid, zoals Van Langenhoven ons wil wijsmaken. De kern van solidariteit is herverdeling, dat woord waar de financiële, economische en politieke elites zo van gruwen en dat ze onvermoeibaar brandmerken als diefstal. Maar de enige reële diefstal in deze samenleving is de transfer van enorme bedragen van de werkende klasse naar de elites.

Op twee januari ging een groepje kameraden van Jan Blommaert hem een laatste keer thuis opzoeken. Jan lag op de zetel naar buiten te kijken. Voor het huis zongen de kameraden voor hem Bella Ciao. Hij was te zeer verzwakt om nog op te staan. Maar hij glimlachte en stak zijn vuist op. In de nacht van zes op zeven januari ging die vuist voorgoed liggen. Na acht maand te hebben gevochten tegen kanker, stierf Jan. In zijn veel te korte leven heeft hij heel veel mensen geïnspireerd en bewogen tot grote en kleine engagementen. Ik ben zelf heel zeker ook een van die mensen.

Ik was er op 2 januari niet bij om voor hem Bella Ciao te zingen. Maar het beeld van Jan die achter het raam nog even zijn vuist opsteekt, zal ik niet vergeten. Met dat gebaar heeft hij voor mij een laatste keer gezegd wat hij zo vaak heeft herhaald: ga door, geef niet op. In dat gebaar lees ik wat hij in 2011 schreef: “Zijn mijn linkse principes uit de tijd? Zijn ze verouderd en is hun failliet aangetoond? Is er een dwingende reden waarom ik van standpunt zou moeten veranderen? Ik denk het niet, want ze zijn even oud en relevant als de moderne democratie zelf, en ze zijn de grondslagen van diezelfde democratie…Ik ben dus met een gerust geweten, zelfbewust, zelfverzekerd en zonder schaamte links.”

Laten we met die overtuiging beginnen aan 2021 en schaamteloos onze principes verdedigen. We hebben een linkse wereld te winnen.

 

Dirk Tuypens

17 januari 2021