Skip to content

Shadi

Shadi
 
 

Toen Shadi Mohamad uit Aleppo (Syrië) in 2014 voor de oorlog wegvlucht kent hij het Antwerpse Mortsel niet. Logisch. Vandaag werkt hij er als één van de redders in het gemeentelijk zwembad. Precies dezelfde job die hij in zijn land voor de oorlog deed.  

Shadi: "Dat is echt mijn redding!  Door hier te  werken voel ik me nu goed, beteken ik iets voor de Belgen, betaal ik belastingen en kan ik ook bijdragen aan de maatschappij. Maar het was echt-echt moeilijk om hier in België dat te bereiken."

Wij willen werken! Wij willen bijdragen aan België!

We kennen jou intussen al een tijdje. In 2016 beland je bijna per toeval in Mechelen. Hoe zat dat?

Shadi: "Ik werd in 2014 opgeëist om in het Syrisch regeringsleger te gaan vechten, dat wide ik niet. Op een bepaald ogenblik werd de situatie voor veel jonge mannen te moeilijk. Ik vluchtte via Turkije naar Griekenland en dan zo door naar Brussel. Ik ben dan gaan aanschuiven in de verschrikkelijke lange rijen aan het aanmeldpunt van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) in Brussel, urenlang in de kou en de regen. Die dag was het mijn verjaardag. Ik voelde me down. Toen dacht ik waarom ben ik toch gevlucht, ik was beter in mijn land gebleven. Zoveel mensen stonden aan te schuiven, allemaal bang en we wilden allemaal gewoon veilig zijn. Ik ook, maar ik vond dat het hier nog erger was dan in Syrië of Turkije."

Ze stuurden je dan naar het Opvangcentrum Westakkers in Sint-Niklaas. Daar was het dan toch beter?

Shadi: "Om eerlijk te zijn, … nee. Dat centrum was overvol, te veel mensen voor te weinig plaatsen. We sliepen met 8 tot 10 jonge mannen op één kamer. Er zijn zo’n verschillende (culturele) gewoontes en het wachten op een beslissing van het Commissariaat verhoogt zo sterk de spanningen. Het is als een hogedrukpan. Conflicten zijn menselijk."

Waarover gaat dat dan?

Shadi: "Vaak over kleine dingen op het eerste gezicht. Bijvoorbeeld het eten. We kregen allemaal westers eten, steeds weer hetzelfde menu. Zaken die de meesten onder de bewoners niet gewend zijn te eten. Soms was er te weinig eten. En het was verboden ons eigen eten te maken. Maar ook de regels waren bijna militair. En ja, veel mensen rookten veel sigaretten -uit stress- en de regels werden vaak overtreden, maar de sigaret was nog de enige “pijnstiller”. Ach ja, mensen maken gauw fouten of overtreden regels als je onder stress staat en in zo’n situatie van opeenhoping met overleven."

Via toevallige contacten beland je na vijf maanden in Mechelen.

Shadi: "Ja, gelukkig, ik kon hier snel veel mensen leren kennen via Welcome in Mechelen, Nederlands leren en meewerken aan verschillende goede en sociale activiteiten. Ik wilde echt snel werk vinden maar dat ging niet. Eerst kreeg ik te horen dat mijn (Syrisch) masterdiploma Sportwetenschappen niet evenwaardig is aan de normen hier. Dan kreeg ik de kans in “artikel 60” als sportbegeleider te beginnen werken. Het lijkt er op dat men nieuwkomers niet wil laten werken. Ik begrijp dat niet!"

Via “Artikel 60” (d.i. een specifiek OCMW-statuut) kon je na een jaar (voltijds) werken tegen iets meer dan een leefloon, … in het statuut van de werkloosheid geraken. Dat gaf een wending aan je leven hier?

Shadi: "Ja, absoluut! De VDAB heeft mij geholpen bij de opleiding van “redder”, een beetje per toeval, want dat is een knelpuntberoep! Eerst had mijn arbeidsbemiddelaar gezegd mij erbij neer te leggen en eerst Nederlands te leren. Maar buiten de les praat je geen Nederlands, dus je hebt veel te weinig praktijk. Ik ging naar “Den Deigem” waar Welcome in Mechelen “Nederlands Oefenen” elke dinsdagavond organiseert. Dat is goed maar nog te weinig, zeker voor mensen die al een beetje de taal spreken, zouden er meer oefenkansen moeten georganiseerd worden."

Maar eigenlijk wilde je verder studeren?

Shadi: "Ja, …. (valt even stil) … maar ik denk dat het moeilijk is als je de taal niet volledig beheerst. Jullie onderschatten hoe moeilijk het Nederlands is en om dan universiteit te gaan doen voor een diploma te halen dat je al eigenlijk hebt. Daarom ben ik ingegaan op het aanbod van de VDAB-beroepsomscholing naar redder. Maar ook dat was niet zo eenvoudig. De studieboeken  voor mijn redderdiploma waren moeilijk. Allemaal nieuwe woorden, zoveel reglementen, enkel de praktijk was voor mij gemakkelijk.”

Je behaalt “cum laude” het certificaat van de beroepsopleiding en kan meteen aan de slag in het zwembad van …. Mortsel. Een gemeente waar je nog nooit had van gehoord?

Shadi: "Nooit haha! Maar dat viel goed mee. Er is een goede verbinding en in het begin ging ik met de fiets. De collega’s hebben mij echt waar met open armen ontvangen. We plagen elkaar veel, maar dat is om liefde vragen, hé! Wat veel moeilijker was … ik wist niets van dit land, wist niet wat een goed loon is, wat netto-bruto zijn, arbeidsverzekering, arbeidsongeval, en al die dingen, ook zelfs niet dat er verschil is tussen een privé-sector en een publieke sector,… ik wist op dat vlak, echt waar, niets. Maar ik heb geluk dat ik Belgische vrienden heb die me helpen en nu kan ik stilaan op mijn eigen benen staan.”

Met je collega-redders verliep je integratie bijna rimpelloos. Was dat ook zo met het publiek, de zwemmers?

Shadi: "Over het algemeen zijn Belgische mensen echt goede en vriendelijke mensen, maar sommige mensen kijken vreemd op als ze mij zien. Eerst begreep ik niet waarom, want ik zei meestal vriendelijk hallo en goeiendag. Maar nu ik weet dat er racisme bestaat, snap het ik beter.  Ik heb zelfs enkele racistische opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd gekregen. Ik stond eens bij een discussie tussen een collega en bezoeker, die niet wist dat ik uit Syrië kwam. Ik vroeg haar ‘waarom vindt u vluchtelingen slecht, mevrouw?’ En ze zei, ja, die vluchtelingen komen naar ons land om terreuraanvallen te plegen, het zijn moslims van Islamitische Staat (IS) en de Islam is slecht en …. Ik werd erg kwaad van binnen. En ik heb gevraagd ‘hoe weet u dat zo zeker?’ Dat weet ik zeker van vrienden en de televisie. Er viel niet mee te praten op een open manier.”

Wat heb je dan gedaan?

Shadi: "Ik heb dat aan mijn baas gemeld en die heeft de mevrouw de toegang geweigerd tot het zwembad. ‘Die komen er niet in bij ons’, zei hij en verontschuldigde zich bij mij. Integratie moet van twee kanten komen, er moet naar elkaar geluisterd worden, dat vind ik toch.”

Je hebt werk, inkomen, veel vrienden en je woont in een leuke stad … ben je tevreden?

Shadi: "Ja en nee. Ik ben hier graag en zal mijn toekomst hier uitbouwen en bijdragen aan de verdere opbouw van dit land. Mijn droom blijft sportleraar worden. En ik mis -ondanks de vele goede vrienden- mijn familie, en mijn moeder die nog steeds in het noorden van Syrië verblijft. Ik zou haar graag naar hier halen via gezinshereniging. Waarom doet de regering daar toch zo moeilijk over, alsof wij een bedreiging vormen? Ik werk, ik betaal belastingen, wat is het probleem?"

Een verkorte versie van dit interview verschijnt binnenkort in onze vijfde editie van onze Franken Teut.