Skip to content

Wij maken van sociaal beleid de nieuwe topsport

Op zaterdag 20 januari hield de Mechelse PVDA haar nieuwjaarsreceptie in zaal "De Plaon". De avond stond helemaal in het teken van de komende verkiezingstijd. In 2018 wil de PVDA ook in Mechelen doorbreken. Lees hier de speech van lijsttrekker Dirk Tuypens.

 

Wij maken van sociaal beleid de nieuwe topsport


Beste kameraden, beste vrienden,

Ik zal direct met de deur in huis vallen: 2018 is het jaar waarin de PVDA hier in Mechelen definitief doorbreekt. Na de verkiezingen van 14 oktober zal de Mechelse gemeenteraad nooit meer hetzelfde zijn. Er zullen verkozenen van de PVDA inzitten. En verkozenen van onze partij moeten niet met veel zijn om een serieus verschil te maken. Dat hebben we in andere steden en gemeenten en in het federaal parlement al meer dan overtuigend bewezen. Wel, hier in Mechelen zal het niet anders zijn. Burgemeester Somers heeft in de voorbije vijf jaar op de gemeenteraad meer dan eens bijna gesmeekt: “Geef ons nu eindelijk eens echte oppositie! Geef ons ideeën die een debat waard zijn.” Wel, meneer Somers, u kan op ons rekenen.

Voilà, ik hoop dat ik daarmee de toon voor 2018 klaar en duidelijk gezet heb. Een vastberaden en strijdvaardige toon. Een toon van geloof in wie we zijn, wat we waard zijn, wat we te vertellen hebben. Het geloof dat de oppositiebanken in deze stad mensen van de PVDA nodig hebben, dat wij een verhaal hebben dat de moeite waard is, het verhaal voor een andere en betere stad.

Wij hebben alle reden om die vastberaden toon aan te slaan. Omdat wij hier in Mechelen de voorbije vijf jaar hard gewerkt hebben. We hebben laten zien dat de PVDA ook in Mechelen een partij is die groeit. Er zijn veel Mechelse leden bijgekomen en veel van die mensen hebben zich ook op een of andere manier actief ingezet voor de partij. Ik kan niet genoeg onderstrepen hoe belangrijk dat is en hoezeer we die inzet van al onze medewerkers waarderen. Dus aan iedereen die mee helpt om de PVDA vooruit te duwen: dank u wel!

We zijn in de voorbij vijf jaar in Mechelen niet alleen gegroeid, we hebben ons hier ook stevig op de kaart gezet. Ik kan u verzekeren, er wordt hier niet met ons gelachen. Wij worden hier beschouwd als een volwaardige oppositiepartij. Een lokale journalist van Gazet Van Antwerpen schreef zelfs dat wij de meest actieve oppositiepartij van deze stad zijn. Dat kan tellen als compliment.

Ik denk dat wij dat compliment ook echt verdiend hebben. Omdat wij niet aan de kant blijven staan. Wij houden het stadsbestuur onafgebroken scherp in de gaten en waar het nodig is, formuleren wij onze kritiek. Nooit gratuit, maar altijd goed onderbouwd en geargumenteerd. En wij zijn ook geen salonpartij. Wij komen buiten, om te laten zien waar we voor staan. Als er stakingsacties zijn, trekken wij naar de piketten om onze solidariteit te betuigen. Als een vakbondsafgevaardigde onterecht ontslagen wordt, dan staan wij mee op straat om die te verdedigen. Als de stad de opvang voor daklozen sluit omdat de winter voorbij is, dan gaan wij samen met de daklozen een nacht buiten slapen om daartegen te protesteren. Als het stadsbestuur aankondigt dat het stedelijk zwembad over een paar jaar gaat sluiten, dan trekken wij ons zwembroek aan en gaan midden in de winter uit protest zwemmen in de vaart. Als er verkiezingen aankomen, dan trekken wij de straat op om mensen te bevragen over onze stad, om te vragen wat zij in Mechelen anders en beter willen zien. Van onze bevraging voor de gemeenteraadsverkiezingen dit jaar hebben we ondertussen al 1000 ingevulde exemplaren verzameld. Dat is het soort partij dat wij zijn, dat is het soort partij dat wij ook zullen blijven.

Onze stad is de voorbije jaren bestuurd door een coalitie van blauw, groen, geel en oranje. Een bont gekleurd gezelschap onder leiding van burgemeester Bart Somers. Een burgemeester dat niet nalaat zichzelf en zijn beleid voortdurend te bewieroken. Vorige week verscheen in de krant nog een interview waarin hij over de stadslijst van Open Vld en Groen zei: “Wij belichamen de ziel van deze stad, wij staan dicht bij de wensdroom van de Mechelaar.”

We zullen het in de loop van dit jaar nog heel veel mogen horen: dat Mechelen zo hard veranderd is, zoveel mooier en moderner geworden is, dat Mechelen een bruisende stad geworden is. Of in de woorden van Bart Somers: dat Mechelen een referentiestad geworden is waar heel de wereld naar komt kijken. Het zal allemaal tot in den treure herhaald worden. Want we moeten allemaal geloven dat Mechelen een nieuw wereldwonder is. Een “eiland van optimisme en positivisme”, zoals onze burgemeester het zegt.

En ja, Mechelen is mooi, modern en bruisend geworden. Maar het is geen wereldwonder. Mechelen is een stad waar ruim 86.000 mensen samenleven. Allemaal burgers in een land dat bestuurd wordt door rechtse regeringen. Regeringen die hun langer doen werken voor minder pensioen, die voortdurend snoeien in de sociale zekerheid, die jacht maken op werklozen en langdurig zieken, die almaar meer mensen in de armoede duwen, die de arbeidsmarkt ontwrichten, die het onderwijs uitkleden, die mensen tegen mekaar opzetten, die racisme en discriminatie aanwakkeren, en die altijd en overal de rode loper uitrollen voor de rijken.

En als er iets is waar meneer Somers en meneer Calvo en het hele bestuur moeten mee stoppen, dan is het met de illusie te creëren dat de Mechelaars een apart volk zijn, onder een apart bestuur. Ze moeten ophouden met een sprookje te verkondigen waarin Mechelen de enige plek op de wereld is waar alles goed gaat. Mechelen wordt bestuurd door partijen die ook in de Vlaamse en de federale regering zitten en die daar elke asociale maatregel goedkeuren en verdedigen. En Mechelen wordt ook bestuurd door een partij die naargelang de stoel waar ze op zit een compleet ander liedje zingt. In Brussel wil Groen dat er praktijktesten komen tegen racisme en discriminatie, maar in Mechelen is dat blijkbaar niet nodig. In Antwerpen staat Groen op de eerste rij om te zeggen dat een waterpretpark van Studio 100 geen alternatief kan zijn voor een stedelijk zwembad, in Mechelen is dat blijkbaar geen probleem. Meneer Calvo is tegen koopzondagen, omdat hij dat terecht een uiting vindt van een voltijdse consumptiesamenleving, maar in Mechelen kunnen er geen koopzondagen genoeg zijn. In Antwerpen schreeuwt Groen uit dat het structureel racisme bij de politie onaanvaardbaar is en aangepakt moet worden, maar over hetzelfde probleem in Mechelen zwijgt Groen in alle talen.

Het sprookje van Mechelen als mirakelstad is een leugen, die alleen dient om te verhullen dat Mechelen deel is van een samenleving waarin niet iedereen gelijk is, waar niet iedereen welkom is.

Weet u waarom we dat sprookje allemaal moeten geloven? Omdat stedelijk beleid voor meneer Somers en zijn ploeg competitiesport is. Een wedstrijd tussen Mechelen en de rest van de wereld. Dit stadsbestuur wil zoveel mogelijk medailles verzamelen. Het wil op alle terreinen de winnaar zijn.

Dit stadsbestuur wil de medaille voor beste armoedebeleid. Alsof het erom gaat wie de minst dramatische cijfers kan voorleggen. Armoede is een probleem met heel veel cijfers. Sommige daarvan zijn in Mechelen minder erg dan ergens anders, dat is waar. Maar dat verandert niets aan het geheel. Ook in Mechelen is armoede een dramatisch probleem, en dat wordt al te gemakkelijk geminimaliseerd. Dat verdient geen medaille.

Dit bestuur wil de medaille voor het beste sociale beleid. Maar het verwijdert daklozen en bedelaars zorgvuldig uit het straatbeeld. Het zegt openlijk dat er niet teveel sociale voorzieningen mogen zijn, omdat er anders een aanzuigeffect ontstaat. Het investeert nauwelijks in publieke kinderopvang, maar rekent volledig op private initiatieven en crowdfunding. Het beloofde deze legislatuur 1000 nieuwe opvangplaatsen, maar haalde amper de helft. Het investeert ook niet in naschoolse kinderopvang en zorgt ervoor dat ouders moeten betalen als hun kinderen op school hun boterhammen willen opeten. Ik denk niet dat hier een medaille wordt verdiend.

Dit bestuur wil de medaille voor beste woonbeleid. Maar het zet eenzijdig in op woongelegenheden voor de goede tweeverdieners. Het bouwt eerst het aantal sociale woningen af om daarna te doen alsof het aanbod wordt uitgebreid. Het stelt de renovatie van verwaarloosde sociale woningen voor als een uitbreiding. Het neemt geen enkele maatregel op de private huurmarkt en ondersteunt hoofdzakelijk huiseigenaars. Alleenstaanden vinden nauwelijks nog een betaalbare woning. Als antwoord op dat probleem geeft dit bestuur hen een Mechelenbon van 25 euro. Dat verdient geen medaille.

Dit bestuur wil de medaille voor het beste diversiteitsbeleid. Wat is diversiteit? Bij diversiteit denken we altijd voornamelijk aan de tegenstelling tussen blank en gekleurd, autochtoon en allochtoon. En wat dat betreft hebben we een stadsbestuur dat niet polariseert, dat is waar en ook toe te juichen. Maar de diversiteit van onze samenleving wordt door nog veel meer tegenstellingen bepaald: jong en oud, man en vrouw, arm en rijk, hoog en laag opgeleid, gelovig en niet gelovig, gezond en ziek, … Diversiteit betekent verschil. Het betekent dat er verschillende groepen in de samenleving zijn, met allemaal hun eigen specifieke noden en belangen. Die komen soms met mekaar in conflict. Dat is normaal. Een stadsbestuur moet op een constructieve manier omgaan met al die tegenstellingen en conflicten. Maar wat zegt dit bestuur? Ik zeg het in de woorden van meneer Calvo: “Wij steken een dikke middenvinger op naar elk groepsdenken.” En meneer Somers voegt daar aan toe dat in Mechelen maar één identiteit van belang is, namelijk de Mechelse identiteit. Wat dit bestuur dus vooral wil doen, is alle verschillen uitvegen. Daarom herhaalt het voortdurend het verhaaltje dat we allemaal Mechelaars zijn, allemaal gelijk en met allemaal dezelfde mogelijkheden. En zo moeten we dan ook geloven dat we allemaal hetzelfde denken en willen, dat we allemaal dezelfde noden hebben. Een medaille verdient dat niet.

Dit bestuur wil de medaille voor het beste groene beleid. Maar het blijft maar ondergrondse parkings bouwen. Het maakt het centrum autoluw en moedigt tegelijkertijd mensen aan om met de auto naar Mechelen te komen. Het heeft de stad tot proefterrein gemaakt voor de Vlaamse overheid om de verdere afbouw en privatisering van het openbaar vervoer voor te bereiden, en daar is het nog trots op ook. Het offert zeldzame stukjes natuur op aan de winsthonger van projectontwikkelaars. Ik denk niet dat dat een medaille verdient.

Als wij zeggen dat er voor dit bestuur niet veel medailles te rapen vallen, weet u wat Somers en Calvo dan zeggen? Dat wij doemdenkers zijn, zwartgallige pessimisten, die Mechelen willen afschilderen als een soort Trumpiaanse shithole.

Dat is een serieuze vergissing. Wij zijn er namelijk rotsvast van overtuigd dat een andere en betere wereld mogelijk is. Wij koesteren nog altijd een positief mensbeeld. Maar wij maken mensen geen blaasjes wijs. Wij vertellen geen sprookjes over mirakelsteden. Wij kijken naar de realiteit en zeggen wat er schort. Niet om te kankeren, maar om dingen te veranderen.

Ik wil hier graag de Italiaanse schrijver Italo Calvino citeren: “Je houdt van een stad, niet om haar 7 of 77 attracties, maar omdat ze beantwoordt aan jouw speciale behoefte.” In dit citaat klinkt de tegenstelling tussen twee visies op de stad.

Aan de ene kant is er de visie van meneer Somers en zijn ploeg. Dat is de stad die voorbehouden is aan rijke mensen, gegoede middenklassers, zakenlui en toeristen. De hele stad wordt dan gemodelleerd om tegemoet te komen aan de wensen van dat publiek. Dat is de stad die verwikkeld is in een steeds fellere concurrentieslag, de stad die voortdurend jaagt op gouden medailles. Dat is ook de stad waar heel veel mensen geen plek meer vinden, omdat ze voor het binnenhalen van medailles in de weg staan.

Aan de andere kant is er onze visie. Dat is de stad op mensenmaat. De stad die voor iedereen een plek heeft, die erkent dat niet iedereen hetzelfde denkt en wil, die probeert om de verschillende wensen en noden met mekaar in overeenstemming te brengen. Het beleid in deze stad vertrekt bij de zwaksten, omdat écht prestige alleen gewonnen kan worden als iedereen mee is. In deze stad is er eigenlijk maar één beleidsdomein: sociaal beleid. Dat is een beleid waar iedereen beter van wordt. Een beleid dat volop inzet op sociale huisvesting, een betaalbare huurmarkt, dat niet aanvaard dat mensen in armoede leven, dat mensen die het moeilijk hebben niet wegjaagt maar omarmt en vooruit helpt, dat genereus investeert in onderwijs, kinderopvang, inspraak en cultuur, dat investeert in betaalbare en groene energievoorzieningen, in openbaar vervoer, dat mensen tewerkstelt in fatsoenlijke jobs met een goed loon, dat instaat voor gezondheidszorg en opvang voor ouderen, …

Die stad op mensenmaat zullen wij in de komende verkiezingstijd ten volle verdedigen. Die visie zal ook de basis zijn voor ons werk in de gemeenteraad. Wij maken van sociaal beleid de nieuwe topsport. Niet om medailles te winnen, maar om iedereen in deze stad de plek te geven die hij of zij verdient.

Ik wens jullie een boeiend en gelukkig 2018! We gaan mekaar dit jaar nog veel zien. We gaan mekaar ook nodig hebben. En in oktober wil ik samen met jullie klinken op de eerste Mechelse verkozenen van de PVDA.

 

Dank u wel.

 

(Foto Katrien Demuynck)