Skip to content

Levenssfeer

Levenssfeer
 Kijk, daar is het. Aan de overkant. Waar achter de ramen op de eerste verdieping licht brandt. Op de tweede verdieping is alles donker, beneden is het rolluik neergelaten. Geen bordje op de deur of de gevel, niets op de deurbel. Uit niets valt af te leiden dat in dit huis de winteropvang voor daklozen is ondergebracht.

Ik heb aan de schepen van Sociale Zaken gevraagd of ik als gemeenteraadslid een bezoek kan brengen aan dit huis. Een week later moet ik haar aan mijn vraag herinneren. Ze stelt voor om zo’n bezoek eventueel samen met de leden van de commissie Sociale Zaken te doen als de opvang afgelopen is, eind maart dus. Ze wil namelijk vermijden dat het zo’n dierentuingevoel krijgt. Goed idee, een voorziening bezoeken die er niet meer is. Rondleiding in een leeg huis. Kijk, hier stonden de bedden, daar een tafel en wat stoelen, hier ziet u het sanitair, daar stond de koelkast, …

Ik antwoord dat ik dat dierentuinargument niet echt volg. In al mijn ontmoetingen met de onfortuinlijken van deze samenleving, op om het even welke plek - bij hen thuis, in verenigingen waar ze mekaar ontmoeten, in de krochten waar ze soms letterlijk samenhokken, in de gevangenis, in opvanghuizen – heb ik altijd ervaren dat deze mensen het net heel erg waarderen als er iemand langskomt, als ze hun verhaal aan iemand kwijt kunnen, als er iemand interesse toont en op zijn minst een beetje luistert. Ik ben nooit iemand tegengekomen die me toeriep: “Ga ergens anders apen kijken!” Als je het allemaal maar niet te formeel, te stijf en te gekunsteld doet, dan loopt het wel los. Op voorwaarde natuurlijk dat je écht interesse hebt.

Het mag niet baten. “Na overleg met de betrokken diensten hebben we besloten geen plaatsbezoek te organiseren”, schrijft de schepen. “Om de private levenssfeer van de mensen te respecteren.” Op de commissie Sociale Zaken zal, net als vorig jaar, verslag worden gedaan van hoe de winteropvang verlopen is. Dat verslag kunnen we nu al samenvatten: alles was dik in orde.

Welke “private levenssfeer” zou de schepen eigenlijk bedoelen? Bedoelt ze het gezelschap van de G4S-veiligheidsagenten die de opvang bestieren, omdat daklozen vandaag als een veiligheidsprobleem worden beschouwd en tegen zichzelf en mekaar beschermd zouden moeten worden? Bedoelt ze de deur die pas opengaat als het al laat en donker is, de kamer die gedeeld moet worden met lotgenoten, het schrale ontbijt dat wordt voorgezet alvorens de deur weer dichtgaat en een nieuwe, tergend trage dag op straat begint? Die levenssfeer waarin je niets te bepalen of te kiezen hebt, is dat wat de schepen bedoelt?

Wat hier “gerespecteerd” moet worden, is de opgelegde onzichtbaarheid, de weggemoffelde levenssfeer van mensen van wie het bestaan zo goed mogelijk verborgen gehouden moet worden. Privacy is de nieuwe paraplu om elke kritische blik buiten te houden.

Hoe dit soort opvang van dakloze mensen in de 21ste eeuw nog stand kan houden, is me een raadsel. Beperkt tot de koudste maanden, buiten het centrum van de stad, achter een anonieme gevel met neergelaten rolluiken, afgesloten voor de buitenwereld, bewaakt door veiligheidsagenten, verboden toegang.

Kijk, daar aan de overkant is het. Daar staan tien bedden klaar voor wie geen eigen dak meer boven het hoofd heeft. Tot eind maart de winter officieel afloopt dan toch. Verder strekt het erbarmen niet. Zodra de lente komt, is hier helemaal niets meer. Vanaf dan zorgen ze zelf maar voor hun gerespecteerde private levenssfeer.

 

(foto Dirk Tuypens)